Door de sluiting van verschillende jeugdgevangenissen in de afgelopen jaren is er meer ruimte voor kleine projecten. In Amsterdam, Nijmegen en Groningen bestaan sinds kort kleinschalige opvanglocaties voor veroordeelde of verdachte jongeren. Het doel? Ze klaar maken voor een succesvolle terugkeer in de maatschappij.
In Groningen zitten acht jongeren tussen de veertien en 23 jaar oud in opvanglocatie ‘Het Poortje’. Ze worden allen verdacht van delicten zoals geweld, diefstal of roof. De jongeren krijgen de beschikking over een pasje. Bij goed gedrag mogen ze zich steeds meer door het gebouw bewegen. In eerste instantie onder begeleiding, later zonder en ook buiten de poorten voor bezoekjes aan ouders, school of voor sport.
Ondanks deze privileges is het schema stipt: de deuren van hun cellen gaan na 22.00 uur op slot tot 07.00 uur ’s ochtends. Het gevolg van slecht gedrag is een terugkeer naar een justitiële jeugdinrichting. Met deze methode zouden de jongeren in de toekomst gemakkelijker verantwoordelijkheden aan moeten kunnen.
Een van de jongeren heeft drie maanden in de opvanglocatie in Groningen gezeten. Daarvoor zat hij twee weken in jeugddetentie. Het verschil is volgens hem groot. ‘Eerst waren er veel gesloten deuren, in Groningen kon ik voor bepaalde tijd naar buiten,’ vertelt hij aan NOS. Hij ging vrijwilligerswerk doen bij de Voedselbank en stroomde in februari weer in op school. ‘Het voelt niet echt als een gevangenis, maar je staat wel onder toezicht.’
Denkt hij dat deze vorm van jeugddetentie helpt? ‘Als je buiten alles opvolgt wat je hierbinnen leert, dan kan het haast niet fout gaan. Je moet continu bezig zijn. Dan krijg je niet de kans om met foute vrienden op te trekken en aan andere dingen te denken.’