Politieke partijen maakt ondanks kritiek gebruik van microtargeting

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen zijn politieke partijen zeer actief met hun campagnevoering. De campagne verplaatst zich steeds meer naar de sociale media, waar zij aan ‘microtargeting’ doen. Hierbij worden op basis van persoonlijke informatie gerichte advertenties naar potentiële kiezers verstuurd.

Op basis van onder andere de zoekgeschiedenis van sociale mediagebruikers worden advertenties of campagnefilmpje getoond. Iemand die geïnteresseerd in veganisme, zal eerder benaderd worden door GL-PvdA en D66. Een advertentie van Denk verschijnt sneller wanneer iemand muziek luistert van verschillende Turkse artiesten. En spreek je Fries, dan heeft een kiezer misschien wel interesse in BBB. Alleen al in de maand oktober hebben in ieder geval GL-PvdA, D66, FvD, JA21, Denk, SP en PvdD gebruikgemaakt van dit soort gerichte advertenties, waar zij tot wel tienduizenden euro’s aan uitgaven.

Beperking van microtargeting

Vanuit de politiek is er kritiek op het gebruik van microtargeting, omdat politieke partijen inspelen op de voorkeuren van kiezers zonder dat zij dat zelf doorhebben. Daarom werkt het ministerie van Binnenlandse Zaken op nationaal niveau aan de Wet op de politieke partijen (Wpp). Het doel van deze wet is onder meer het stellen van wettelijke kaders waarbinnen politieke partijen moeten opereren. In deze wet zal een apart hoofdstuk worden opgenomen die transparantieregels voor politieke advertenties en microtargeting regelt. Er zal ook een register komen waaraan politieke partijen verplicht informatie moeten leveren over de advertenties die zij plaatsen en hoeveel zij daaraan uitgeven. Ook moet er worden aangegeven welke (persoonlijke) informatie zij gebruiken voor microtargeting.

Daarnaast werd er vorig jaar een motie ingediend door PvdA en Volt, die inhield dat negentig dagen voor de verkiezingen er geen gebruik mocht worden gemaakt van de gerichte advertenties. Deze motie is uiteindelijk ingetrokken, omdat deze ongewenste beïnvloeding door politieke reclames al in EU-verband geregeld zou worden. Over deze reclames zijn het Europees Parlement en de lidstaten het onlangs eens geworden. Politieke advertenties moeten voortaan worden opgeslagen in een databank en microtargeting moet aan banden worden gelegd.

Autoriteit Persoonsgegevens

Al eerder had de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) kritiek op het gebruik van microtargeting. Zij stelt dat het misleiden van potentiële kiezers kan leiden tot oneerlijke verkiezingsuitslagen. “Het stiekem manipuleren van kiezers op basis van verboden profielen is heel gevaarlijk in een democratie”, aldus voorzitter Aleid Wolfsen. “Dit moet je als politieke partij niet willen, het is een onrechtmatige inbreuk op grondrechten.”

AP betwijfelt of het voornemen van het kabinet een register bij te houden over het adverteren van verschillende politieke partijen daadwerkelijk nut gaat hebben. Wat de politieke partijen daadwerkelijk online doen zal namelijk waarschijnlijk niet gecontroleerd worden.