Plan voor arbeidsgehandicapten in strijd met mensenrechten

Staatssecretaris Tamara van Ark wil het aantrekkelijker maken om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen door werkgevers de mogelijkheid te bieden hen te kunnen betalen onder het minimumloon. Hiertegen is een petitie gestart en volgens het College van de Rechten van de Mens is dit voorstel strijdig met het recht op gelijke behandeling van arbeidsgehandicapten. 

Door Kirsten Willms

De petitie van “Wij Staan Op!”
Het voorstel van de staatssecretaris heeft deze week veel reacties opgeroepen in de media. De beweging ‘Wij staan op!’ komt op voor de gelijke kansen van gehandicapten op de arbeidsmarkt en is een petitie gestart tegen het voorstel van de staatssecretaris. Jiska Stad-Ogier, mede-oprichter van deze beweging, noemt het voorstel de zoveelste aanslag op de dunne portemonnee en een flinke deuk in de eigenwaarde van de arbeidsgehandicapte.

De petitie is inmiddels bijna 80.000 keer ondertekend. Onder andere de brief van Noortje van Lith aan de Tweede Kamer heeft geleid tot dit hoge aantal ondertekeningen. In haar brief wijst zij Minister-President Rutte erop dat zij hard werkt om opgeleid te worden tot jurist en zodoende haar droombaan te kunnen vinden. Door het voorgelegde plan wordt zij, en met haar andere arbeidsgehandicapten, flink benadeeld nu zij minder zullen verdienen dan collega’s zonder arbeidshandicap.

Het voorstel
Wanneer een werkgever een arbeidsgehandicapte in dienst neemt wordt de werkgever gecompenseerd in de loonkosten voor de verminderde productiviteit van de werknemer door middel van een loonkostensubsidie. Dit houdt in dat de werknemer tenminste het volledige CAO-loon of wettelijke minimumloon ontvangt van de werkgever en de werkgever een subsidie ontvangt ter hoogte van het verschil tussen het wettelijke minimumloon en de loonwaarde van de werknemer. De loonwaarde is “de waarde van de arbeidsprestatie van een werknemer, gegeven diens eventuele arbeidsbeperkingen, in een bepaalde functie op een bepaald moment.”

Staatssecretaris Tamara van Ark heeft voorgesteld om dit systeem te veranderen in loondispensatie. Het verschil ten opzichte van de loonkostensubsidie bestaat in het feit dat aan de hand van dit voorstel, de werkgever de arbeidsgehandicapte betaalt naar loonwaarde, ook als dit onder het wettelijk minimumloon ligt. Het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon zal aan de werknemer worden betaald in de vorm van een uitkering, in plaats van aan de werkgever.

Het inkomen van de werknemer zal dus bestaan uit twee delen: een (kleiner) deel bestaat uit loon betaald door de werkgever en een ander deel bestaat uit een aanvulling daarop door middel van een uitkering. Dit heeft als gevolg dat de arbeidsgehandicapte werknemer minder pensioen en WW zal opbouwen, nu dit wordt berekend over het inkomen uit werk en niet over de uitkering. Bovendien verliezen arbeidsgehandicapten het recht op deze uitkering indien zij bijvoorbeeld spaargeld hebben of een werkende partner.

De reden die van Ark hieraan ten grondslag legt is dat dit voorstel zal leiden tot meer werkende arbeidsgehandicapten. Op dit moment zijn meer dan de helft van de circa 200.000 arbeidsgehandicapten in Nederland werkeloos. Bovendien zal dit voorstel naar verwachting 500 miljoen euro opleveren voor de staatskas, wat volgens van Ark gebruikt zal worden om de positie van arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt te versterken.

Het College van de Rechten van de Mens 
In een brief aan de Tweede Kamer onderschrijft het College van de Rechten van de Mens de ambitie van het kabinet om meer arbeidsgehandicapten aan het werk te krijgen. Het College wijst daarbij op de constatering dat de huidige plannen van het kabinet slecht te verenigen zijn met de mensenrechten die aan arbeidsgehandicapten toekomen op grond van het VN-verdrag en het Europees Sociaal Handvest.

Op grond van deze verdragen moeten lidstaten ervoor zorgen dat de gelijke behandeling van arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt wordt gewaarborgd. De lidstaten mogen geen maatregelen nemen die leiden tot een stilstand of achteruitgang van deze rechten. Dit zal echter wel gebeuren als het voorgestelde plan wordt ingevoerd, zo concludeert het College. Bovendien kan het leiden tot gevoelens van minderwaardigheid bij arbeidsgehandicapten. Het College verzoekt om die reden de Tweede Kamer om bovengenoemde punten mee te nemen in het overleg met van Ark over dit voorstel.