Een advocaat-patroon heeft het loon van diens advocaat-stagiaire opgeschort, omdat zij vond dat de stagiaire structureel onderpresteerde. Het conflict is beslecht door de kantonrechter, die heeft geoordeeld dat de patroon ‘buitenproportioneel’ reageerde en dus alsnog het loon moet betalen.
Door Noortje Figee
De advocaat-stagiaire is in 2019 bij het Brabantse kantoor komen werken en begint in 2020 aan de Beroepsopleiding Advocaten. Het kantoor betaalt daarvoor de kosten. Zij gaat dan aan de slag als advocaat-stagiaire, maar moet van haar patroon eerst wel haar taalvaardigheid bijspijkeren. Aan dit verzoek geeft zij gehoor.
Dan laat de patroon plotseling aan haar weten niet meer samen te willen werken, omdat ze niet secuur genoeg werkt en ‘vermijdbare fouten’ blijft maken. Bovendien zou haar taalvaardigheid niet op een hoog genoeg niveau zijn. De patroon schort het loon op en stopt met het betalen van de beroepsopleiding.
Na een gesprek met de deken van de orde van advocaten in Oost-Brabant blijkt dat de stagiaire het gevoel heeft gekregen dat elke fout onder een vergrootglas wordt gelegd, en dat ze juist allesbehalve gemakzuchtig is. Het kantoor zegt het arbeidscontract vervolgens ‘buitengerechtelijk’ op. De stagiaire vindt ander werk als juriste en moet zich schrappen van het tableau van de orde van advocaten.
Uitspraak kantonrechter
De patroon vordert bij de kantonrechter een verklaring voor recht dat de opschorting van het loon terecht is geweest. Bovendien eist zij terugbetaling van een deel van de opleidingskosten. In de arbeidsovereenkomst staat namelijk dat de stagiaire de opleidingskosten gedeeltelijk moet terugbetalen als ze zichzelf uitschrijft als advocate.
De stagiaire stelt echter dat er nog steeds een arbeidscontract bestaat en dat het terugbetalen van de opleidingskosten onaanvaardbaar is nu zij gedwongen was zich uit te schrijven bij de opleiding. Zij vraagt de rechter een datum te bepalen waarop de arbeidsovereenkomst eindigt en een verklaring voor recht dat zij recht heeft op vergoeding.
De kantonrechter gaat vrijwel volledig mee met het verzoek van de stagiaire. Hij noemt de reactie van de patroon buitenproportioneel. Het kantoor had de arbeidsovereenkomst niet ‘buitengerechtelijk’ mogen opschorten. Dat kan alleen als er sprake is van bedrog of dwaling, maar een gebrek aan taalvaardigheid of gemakzucht valt daar in elk geval niet onder. Tot aan de uitspraak op 30 juli 2021 bestaat de arbeidsovereenkomst nog.
Vergoeding
De stagiaire vraagt de rechter bovendien nog om een transitie- en billijke vergoeding. De kantonrechter is van oordeel dat de advocaat-patroon als werkgever ‘ernstig verwijtbaar’ gehandeld heeft. Loonopschorting is een drastische maatregel en het feit dat het werk niet naar tevredenheid wordt verricht, geeft geen grond voor het opschorten van loon.
Naast het gemiste loon en vakantiegeld, krijgt de stagiaire nog een transitievergoeding van 2.000 euro en een billijke vergoeding van 2.500 euro. Ze hoeft de kosten voor de beroepsopleiding ook niet meer terug te betalen.