Pardon?

Kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland wonen kunnen met een beroep op het Kinderpardon langdurig in Nederland blijven. In de praktijk blijkt echter dat een beroep hierop maar zelden wordt toegewezen. Ook voor de zusjes Anood en Noor uit Irak is onduidelijk of zij in Nederland mogen blijven.

Door Jolein Rijkers

Om aanspraak te kunnen maken op het Kinderpardon moet het kind vijf jaar in Nederland zijn en moeten de ouders hebben meegewerkt aan de procedures en hun mogelijke terugkeer naar land van herkomst, het zogeheten ‘meewerkcriterium’. In de praktijk ondervindt men met name bij dit laatste problemen. Om te voldoen aan het ‘meewerkcriterium’ moeten uitgeprocedeerde asielzoekers zich melden bij de Dienst Terugkeer en Vertrek en daar hun medewerking verlenen aan een mogelijke uitzetting. Als wordt voldaan aan deze criteria komen naast het kind ook de andere gezinsleden – de ouders, broers en zussen – in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Een beroep op het Kinderpardon wordt echter maar weinig gehonoreerd, met als gevolg dat 92 procent van de aanvragen wordt afgewezen. Slechts 29 kinderen en hun families hebben door het Kinderpardon een verblijfsvergunning gekregen.

Ook in politiek Den Haag staat het Kinderpardon onder druk. Afgelopen december werd door GroenLinks en ChristenUnie een motie ingediend om de criteria voor het Kinderpardon eerlijker te maken. Beide partijen wensten een aanpassing aan het ‘meewerkcriterium’. Op dit moment worden, vooral op basis van de zeer strikte toepassing van dit criterium, bijna alle aanvragen afgewezen. In 2016 kreeg slechts één kind een Kinderpardon. De motie heeft echter geen meerderheid in de Tweede Kamer gekregen en is dus niet doorgegaan.

Ook Anood (22) en Noor (15), die al acht jaar in Nederland verblijven, hopen door het Kinderpardon in Nederland te kunnen blijven. De ouders van de zussen namen hen mee uit de Irakese hoofdstad Bagdad, op de vlucht voor religieuze intolerantie en met hoop voor een betere toekomst voor hun dochters. Na meerdere afgewezen asielprocedures heeft de familie in 2014 opnieuw een asielaanvraag gedaan waar zij tot nu toe nog geen antwoord op hebben gekregen. In 2017 verwachten Anood en Noor antwoord te krijgen op hun asielaanvraag. Het ziet er echter somber uit voor hen: ze weten niet of ze de volgende jaarwisseling nog wel in Nederland zullen zijn.