Het kabinet heeft de komst van Mohammed Khatib naar Nederland tegengehouden. De omstreden pro-Palestijnse activist vindt het besluit racistisch en zegt naar de rechter te stappen om zo toch toegang tot Nederland te krijgen.
Eind oktober zou Khatib op uitnodiging van een aantal medewerkers een lezing houden op de Radboud Universiteit. Zijn komst werd door het kabinet tegengehouden door middel van een inreisverbod: “Voor het zaaien van haat en verheerlijken van geweld is absoluut geen plek in Nederland,” zo stellen ministers Van Weel (Justitie en Veiligheid) en Faber (Asiel en Migratie). Eerder riepen verschillende studenten en medewerkers van de universiteit het college van bestuur op Khatibs komst te voorkomen. De Universiteit reageerde met het standpunt dat er geen juridische beletsels waren voor de bijeenkomst: “Controversiële, beledigende of smakeloze standpunten” die op zich niet onrechtmatig zijn, vormen volgens de Universiteit geen reden om zijn komst te weigeren.
Khatib is de Europese voorman van de pro-Palestijnse organisatie Samidoun. De organisatie is omstreden vanwege haar steun aan Hamas en de aanslagen op Israël vorig jaar. Daarover zei de voorman: “De aanval van Hamas in Israël noemen wij geen terreur, dat noemen wij gerechtvaardigd verzet.” De gedode Hamas-leider Yahya Sinwar was volgens Khatib “een voorbeeld van een leider die op het slagveld stierf terwijl hij de Gazanen verdedigde.” Volgens inlichtingendiensten heeft Samidoun banden met het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, dat op de EU-terrorismelijst staat. Samidoun is dan ook in verschillende landen, waaronder Duitsland en de VS, verboden.
Khatib vindt het besluit van de ministers racistisch en stapt naar de rechter. Volgens hem is er geen sprake van terreurverheerlijking, maar van het verheerlijken van verzet: “Net zoals wij het Nederlandse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog verheerlijken.”
Voldoende rechtsgrond?
Het is de vraag of het inreisverbod bij de rechter stand houdt. Het kabinet zou het advies van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en van immigratiedienst IND hebben genegeerd. Zij zouden in een memo aan de ministers hebben geschreven dat er “onvoldoende rechtsgrond” is voor het inreisverbod. Ook Khatib vindt dat er geen juridische basis is om hem de toegang tot het land te ontzeggen. Van Weel en Faber stellen daarentegen dat Khatibs uitspraken de vrijheid van meningsuiting overschrijden. Hoewel het volgens de ministers “best mag schuren”, moet dat wel binnen de democratische waarden blijven.