Vorig jaar werd de levenslange gevangenisstraf ter discussie gesteld toen de Hoge Raad de uitspraak van het EHRM volgde, ofwel dat opsluiting zonder uitzicht op vrijlating onmenselijk is. Daarom wordt voortaan na uiterlijk 25 jaar herbeoordeeld of de gedetineerde in aanmerking komt voor een terugkeer in de maatschappij. Toch blijft levenslang een heikel punt.
Door Deborah van Spelde
Aan het herbeoordelingsproces zijn voorwaarden gesteld. Zo dient het recidiverisico laag te zijn en dient de levenslang gestrafte goed gedrag te vertonen. Tevens wordt er gekeken naar de impact op het slachtoffer en de nabestaanden.
Anton Kalmthout, voormalig Nederlands vertegenwoordiger in het Europees Comité tot voorkoming van marteling en mensenschending, is van mening dat Nederland nu nog steeds niet aan de uitspraak van het EHRM voldoet. Volgens hem is maatwerk vereist en dient per individu vanaf het begin van de straf met enige regelmaat gekeken te worden hoe groot het recidivegevaar is en of straffen nog zin heeft. Ook vindt Kalmthout dat levenslang gestraften vanaf het begin van hun straf psychisch moeten worden behandeld en niet pas na 25 jaar. Dit omdat de gestraften door hun jarenlange isolement zodanig zijn beschadigd, dat behandeling geen zin meer heeft.
Daarnaast dient er, volgens procureur-generaal Jos Silvis en advocaat Richard Korver, ruimte te zijn voor vergelding. De herbeoordeling van het EHRM betekent immers niet dat een levenslange gevangenisstraf altijd wordt verkort.