Openbaar Ministerie wil vaker strafbeschikkingen inzetten

Het Openbaar Ministerie (OM) wil vaker gebruik gaan maken van strafbeschikkingen om strafzaken af te handelen. Dit houdt in dat het OM zonder rechter een straf kan opleggen, zoals een geldboete of een taakstraf.

Artikel 257a Wetboek van Strafvordering biedt hiervoor de juridische grondslag. Op grond van dit wetsartikel mag het OM een strafbeschikking opleggen in zaken waarbij het gaat om overtredingen en misdrijven met een maximale gevangenisstraf van zes jaar. Hieronder vallen misdrijven zoals winkeldiefstal, eenvoudige mishandeling en rijden onder invloed. Het is hierbij van belang dat de schuld aan het strafbare feit voldoende duidelijk is vast te stellen.

Het OM benadrukt dat de toenemende druk op de rechterlijke macht een belangrijke reden is om vaker strafbeschikkingen in te zetten. Door lichtere strafzaken sneller af te handelen, ontstaat er meer ruimte voor complexe en ernstige strafzaken, zoals geweldsdelicten. Daarnaast stelt het OM dat deze werkwijze de efficiëntie in het strafrecht bevordert en leidt tot snellere afhandeling, wat zowel de maatschappij als de betrokken partijen ten goede komt.

Kritiek vanuit de Rechtspraak

Volgens Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, brengt deze ontwikkeling risico’s met zich mee voor de rechtsstaat. Hij stelt dat de onafhankelijke rol van de rechter in strafzaken essentieel is om het vertrouwen in het rechtssysteem te waarborgen. Wanneer delicten zoals woninginbraak of geweld via een strafbeschikking worden afgedaan, kan dit volgens Naves afbreuk doen aan de ernst die deze zaken vereisen.

Daarnaast wees de Hoge Raad in 2022 op problemen bij de uitvoering van strafbeschikkingen, met name in de schuldvaststelling. Zonder een rechterlijke toets zou er een verhoogd risico op fouten kunnen zijn, wat kan leiden tot aantasting van de rechtsbescherming van verdachten.

Grens van rol OM in de rechtsstaat

Deze ontwikkelingen roepen fundamentele vragen op over de rol van het OM in de strafrechtelijke keten. Tot welke grens mag een instantie als het OM reiken in een rechtsstaat? Kan efficiëntie in de rechtspraak samengaan met rechtsbescherming? Deze vraagstukken kunnen daarnaast een zeer interessant onderwerp voor een scriptie vormen.

De keuze van het OM voor het vaker inzetten van strafbeschikkingen lijkt een praktische oplossing voor de capaciteitsproblemen binnen de rechterlijke macht, maar het blijft de vraag of deze beleidswijziging stand zal houden te midden van juridische en maatschappelijke kritiek.