Onderzoek seksuele intimidatie werkvloer: weinig meldingen, moeizame klachtafhandeling

Het College voor de Rechten van de Mens heeft onderzoek gedaan naar de ervaringen van seksuele intimidatie onder werknemers en de knelpunten die werkgevers ervaren. De werkgevers hebben een belangrijke rol in het voorkomen van seksuele intimidatie oftewel ongewenst gedrag op het werk.

Door Özge Tatar

Seksuele intimidatie is een vorm van geweld. Voor slachtoffers betekent dit de aantasting van hun lichamelijke integriteit en het recht op veiligheid. Daarbij gaat het om ongewenst gedrag. Het kan non-verbaal, verbaal en fysiek van aard zijn. Bij seksuele intimidatie op de werkvloer wordt onderscheid gemaakt tussen seksuele intimidatie door personen binnen de eigen organisatie en door personen buiten de organisatie, zoals door patiënten en klanten. Seksuele intimidatie kan impact hebben op persoonlijk gebied en op het werk. Daarnaast kan het leiden tot lichamelijke en psychische klachten.

Rol van de werkgever

Seksuele intimidatie op de werkvloer moet zoveel mogelijk worden voorkomen, zoals is vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet. De werkgever moet ervoor zorgen dat iedereen kan werken op een veilige plek waar seksuele intimidatie niet voorkomt. Dit kan door seksuele intimidatie bespreekbaar te maken en door het opvolgen van signalen. Voor de werkgevers is dit soms lastig. Zij vinden het onder meer moeilijk om gesprekken met de betrokkenen aan te gaan. Ook zijn werkgevers vaak pas laat op de hoogte van de situatie en dat maakt het moeilijker om tot een oplossing te komen.

Onderzoek naar seksuele intimidatie

In opdracht van het College voor de Rechten van de Mens (hierna: College) heeft een onderzoeksbureau gekeken naar de ervaringen met seksuele intimidatie van ongeveer 2000 werknemers en 300 werkgevers. Uit dit onderzoek blijkt dat 16% van de Nederlandse werknemers de afgelopen tien jaar te maken heeft gehad met seksuele intimidatie op de werkvloer. Vrouwen worden vaker getroffen dan mannen.

Uit het onderzoek volgt voorts dat slechts 37% van de slachtoffers melding maakt van hun ervaring. De belangrijkste reden dat er geen melding wordt gemaakt, is dat slachtoffers de situatie wellicht niet ernstig genoeg vinden. Ook komt uit het onderzoek naar voren dat zowel slachtoffers als de werkgevers niet precies weten wat onder ‘seksuele intimidatie’ wordt verstaan.

Melden kan helpen, maar ook knelpunten

Van de slachtoffers die wél een melding hebben gemaakt, geeft een meerderheid aan dat de melding het gewenste resultaat heeft gehad. Het maken van een melding lucht op en de dader is aangesproken op het gedrag. Tevens zorgt het melden ervoor dat het onderwerp is aangekaart binnen de organisatie. Het melden van de situatie kan helpen, maar er worden ook knelpunten genoemd. Zo wordt genoemd dat daders niet altijd worden aangesproken, intimidatie niet stopt of verandert van aard zoals in pesterijen.

Via de resultaten van het onderzoek heeft het College een beter beeld van wat er speelt en waar werkgevers hulp kunnen gebruiken om de knelpunten aan te pakken. Daarom gaat het College in gesprek met werkgevers.