De manier waarop strafrechters tot hun oordeel komen in strafzaken blijkt sterk te verschillen per persoon. Dit komt naar voren uit het recente onderzoek Rechterlijke oordeelsvorming: een strafrechte(r)lijk perspectief, uitgevoerd door de Raad voor de rechtspraak. Het onderzoek onderstreept de complexiteit van het rechterlijk beslissingsproces en werpt licht op uiteenlopende werk- en zienswijzen binnen de strafrechtspraak.
Onderzoek onder 22 strafrechters laat zien dat uiteenlopende factoren invloed hebben op hun oordeelsvorming, zoals hun persoonlijke achtergrond, het gedrag van procesdeelnemers en media-aandacht. Veel rechters geven aan strategieën als zelfreflectie en collegiaal overleg te gebruiken om tot een weloverwogen oordeel te komen. Toch ontbreekt een gestructureerde aanpak om deze werkwijzen breed en consequent toe te passen.
Daarnaast blijken er uiteenlopende interpretaties te bestaan over centrale begrippen als overtuiging, de rol van de actieve rechter en rechterlijke dwaling. Volgens de onderzoekers roept dit de vraag op of deze verschillen ook daadwerkelijk effect hebben op de uiteindelijke uitspraak in een zaak. Vervolgonderzoek moet hierover meer duidelijkheid geven.
Het onderwerp rechterlijke oordeelsvorming is al langer onderwerp van onderzoek, mede vanwege zorgen over de invloed van onbewuste vooroordelen. Eind 2024 brachten journalisten van Investico, De Groene Amsterdammer en NOS op 3 naar voren dat laagopgeleide verdachten met een migratieachtergrond vaker een gevangenisstraf krijgen dan hoogopgeleide verdachten zonder migratieachtergrond.
Actieplan
Naar aanleiding van deze signalen heeft de Raad voor de rechtspraak eind vorig jaar een actieplan opgesteld. Een speciaal projectteam, onder leiding van de voorzitter van de Raad, is aan de slag gegaan met het vergroten van bewustwording en het verder onderzoeken van oordeelsvorming bij rechters. Binnen het project zijn gesprekken gevoerd met deskundigen op het gebied van vooroordelen, diversiteit en inclusie. Daarnaast zijn de vakinhoudelijke overlegorganen van rechters, de zogeheten Landelijke Overleggen Vakinhoud (LOV), opgeroepen om mogelijke patronen in oordeelsvorming kritisch onder de loep te nemen. Ook het opleidingsinstituut van de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie, SSR, werkt aan het uitbreiden van het scholingsaanbod. Hiermee moet de kennis over onbewuste vooroordelen en de invloed daarvan op rechterlijke beslissingen verder worden vergroot.
Met deze stappen wil de Rechtspraak een eerlijkere en transparantere rechtspraak bevorderen, waarbij iedere verdachte kan rekenen op een zorgvuldige en onbevooroordeelde behandeling.