Onderzoek naar strafvervolging van bij de kinderopvangtoeslag betrokken ambtenaren

De afgelopen maanden kwam veelvoudig in het nieuws voorbij dat in 2014 de kinderopvangtoeslag in ruim driehonderd gezinnen werd stopgezet. Dit leidde ertoe dat ouders honderden euro’s misliepen aan toeslag. Ook werden bedragen van tienduizenden euro’s aan kinderopvangtoeslag uit het jaar 2012 en 2013 teruggevorderd. Momenteel onderzoekt de Tweede Kamer of de betrokken ambtenaren vervolgd kunnen worden voor de manier waarop het optreden in de kinderopvangtoeslagaffaire destijds werd aangepakt.

Door Douae Youssef

De reden dat de Tweede Kamer zoekt naar een manier om staatssecretaris Menno Snel van de Belastingdienst of de andere betrokken ambtenaren strafrechtelijk vervolgd kunnen worden, komt voort uit het feit dat de terugvordering van de toeslag onterecht bleek. Het handelen van de fiscus heeft er vijf jaar geleden voor gezorgd dat honderden ouders onterecht beschuldigd werden van fraude. Dit heeft in vele gezinnen voor grote schulden gezorgd die niet zomaar terugbetaald konden worden. Gedupeerden werden op summiere wijze geïnformeerd over de details met betrekking tot de terugvordering van forse bedragen.

Ook werden forse dwangmiddelen, zoals het executeren van woningen, ingezet. In november werd al duidelijk dat een commissie onder de leiding van oud- minister Donner tot de conclusie was gekomen dat de Belastingdienst in 2014 met een vooringenomen houding handelde en dat deze ertoe heeft geleid dat meer dan 300 huishoudens onterecht als fraudeurs werden aangemerkt. Gezinnen zouden de teruggevorderde en misgelopen toeslagen alsnog moeten krijgen. Daarnaast zou ook gekeken moeten worden naar een immateriële en materiële schadevergoeding.

Het Openbaar Ministerie stelt dat de destijds betrokken ambtenaren vervolgd zouden kunnen worden voor knevelarij op grond van artikel 366 uit het wetboek van Strafrecht. Van knevelarij is sprake als een ambtenaar in de uitoefening van zijn positie onterecht geld terugvordert of niet terugstort, terwijl hij weet dat dat niet verschuldigd is. In dit geval dient te worden aangetoond dat de Belastingdienst willens en wetens de toeslagen heeft stopgezet, terwijl zij wisten of vermoedden dat de getroffen gezinnen er wel recht op hadden. De maximale straf voor knevelarij kan oplopen tot zes jaar gevangenisstraf.