Onderzoek geeft inzicht in discriminatie bij sollicitaties

Discriminatie op de arbeidsmarkt is geen nieuw fenomeen, maar nog niet eerder werd onderzocht wat de verschillen tussen bevolkingsgroepen zijn. Tot nu.

De ene groep wordt namelijk beduidend vaker gediscrimineerd door potentiële werkgevers dan andere, blijkt uit het recent verschenen onderzoek van promovendus Lex Thijssen en wetenschappelijk strateeg Marcel Coenders van de Universiteit Utrecht en socioloog Bram Lancee van de Universiteit van Amsterdam.

Gemiddeld gezien is de kans dat een kandidaat met Nederlandse achtergrond wordt benaderd zo’n dertig procent groter dan bij sollicitanten met een andere achtergrond. Zo blijkt dat een autochtoon 2,2 sollicitatiebrieven moet schrijven om een positieve reactie te ontvangen, voor Bulgaren is dat 2,9. Sollicitanten met een Turkse achtergrond hebben daarvoor 3,2 brieven nodig en Marokkaanse werkzoekenden 3,3. De marge bij Antilliaanse sollicitanten is het grootst: tussen de 3,7 en 6,9 brieven.

Opzet

De onderzoekers vergeleken 35 etnische groepen met elkaar. Daarvoor reageerden ze met ruim vierduizend fictieve sollicitatiebrieven en cv’s op echte vacatures. Het ging om (fictieve) werkzoekenden aan het begin van hun arbeidsloopbaan, met zo’n vier jaar werkervaring en in de leeftijdscategorie 23-25 jaar. Hun brieven waren identiek in opmaak en cv, maar varieerden qua naam, competenties, moedertaal en een verwijzing naar het land van oorsprong van de sollicitant.

Lees hier meer over het onderzoek.