Nulmeting gefinancierde rechtsbijstand in aanloop naar te verwachten veranderingen

De Raad voor Rechtsbijstand publiceerde onlangs een nulmeting waaruit blijkt dat advocaten en mediators gemiddeld een 6,4 toekennen aan het Juridisch Loket. De loketklanten beoordelen de dienstverlening met een 7,8 en de deskundigheid met een 7,9. De doelstelling van de nulmeting is om met een aantal indicatoren de stand van het reguliere gesubsidieerde rechtsbijstandsstelstel te beschrijven.

Door Donny Buisman

De Raad voor Rechtsbijstand heeft voornoemde nulmeting laten uitvoeren in aanloop naar een aantal te verwachten veranderingen in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. De aanleiding hiervan is een tweetal rapporten van twee commissies onder leiding van Wolfsen en Barkhuysen. De commissie-Wolfsen publiceerde in november 2005 het rapport Herijking rechtsbijstand – Naar een duurzaam stelsel voor de gesubsidieerde rechtsbijstand. De commissie-Barkhuysen publiceerde een maand later het rapport Duurzaam stelsel gefinancierde rechtsbijstand.

Het onderzoek van de Raad voor Rechtsbijstand had als doel het in kaart brengen van de effecten van de verduurzaming van het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand en is in de periode van 2017/2018 verricht. De nulmeting heeft als doel gehad de stand van zaken van het huidige stelsel weer te geven zonder daar een waardeoordeel aan te verbinden. “Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om vast te stellen in hoeverre er in het huidige stelsel sprake is van voldoende kwaliteit, passendheid en doelmatigheid.”

Beroepsgroepen ‘redelijk tevreden’

Uit het onderzoek blijkt onder meer dat advocaten en mediators redelijk tevreden zijn over de kwaliteit van het Juridisch Loket. Sociaal raadslieden lijken iets positiever en leggen de nadruk op de deskundigheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid van het Juridische Loket. Rechtzoekenden beoordelen de dienstverlening van de medewerkers zelfs met een 7,8 en de deskundigheid met een 7,9. De zogenaamde straftoevoegingsgebruikers geven hun strafrechtadvocaat zelfs gemiddeld een 8,3, waarbij het weinig voorkomt (met 14%) dat zij, bij een tweede beroep op een strafrechtadvocaat, besluiten naar een andere advocaat te gaan.

Dit zijn toch cijfers waar de gemiddelde rechtenstudent jaloers op is. De daadwerkelijke betekenis van de cijfers zal uit een nader onderzoek moeten blijken om zodoende de veranderingen in het reguliere gesubsidieerde rechtsbijstandsstelstel te kunnen achterhalen.