Op 19 maart stemde de Eerste Kamer in met een nieuwe wet die een betere bescherming biedt aan slachtoffers van seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Met deze wet staat niet enkel dwang meer centraal in het zedendelict, maar ook het ontbreken van wederzijdse instemming.
“Met deze wet stellen we een duidelijke norm: seks hoort altijd vrijwillig en gelijkwaardig te zijn,” zegt demissionair minister Yesilgöz van Justitie. “Iemand is strafbaar bezig als diegene weet of had moeten weten dat de ander niet wil, maar toch doorgaat. De huidige wetgeving ten aanzien van seksueel geweld sloot niet meer aan bij wat we als samenleving acceptabel gedrag vinden en wat niet.”
Toch zal het ook met de nieuwe wet lastig blijven om bewijs aan te leveren van een seksueel misdrijf. Vaak gaat het namelijk om een-op-een situaties en zijn er dus geen getuigen aanwezig. Steunbewijs, zoals sporen op het lichaam, camerabeelden en WhatsApp-berichten zijn dan ook heel belangrijk en kunnen in dergelijke zaken doorslaggevend zijn.
Naast een grotere rol voor het ontbreken van wederzijdse instemming zullen er ook meer vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar worden gesteld. Hierbij kun je denken aan seksuele intimidatie in het openbaar (ook via social media) en het sturen van seksueel getinte berichten naar minderjarigen. Ook is verjaring van dit soort zaken niet meer mogelijk. Slachtoffers kunnen hierdoor zelf bepalen of en wanneer zij aangifte doen.
Maximumstraffen omhoog
De wet regelt daarnaast dat de maximumstraffen omhoog gaan. De gevangenisstraf voor het verkrachten van een kind jonger dan twaalf jaar gaat bijvoorbeeld omhoog van twaalf jaar naar maximaal vijftien jaar. Is het kind tussen de twaalf en zestien jaar, dan wordt de gevangenisstraf maximaal twaalf jaar. Voor kinderpornografie wordt het strafmaximum verhoogd naar zes jaar gevangenisstraf.
De wet treedt op 1 juli aanstaande in werking.