Nieuw wetsvoorstel: jongeren sneller aan het werk

Elke dag zitten er zo’n honderdduizend jongeren thuis die geen opleiding volgen en niet werken. De zogeheten NEET’s (Not in Employment, Education or Training) kunnen geen baan vinden of hebben niet de juiste kwalificaties om aan de slag te gaan. Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Bruins hoopt met een nieuwe wet de kloof tussen school en werk te verkleinen en jongeren beter te begeleiden op weg naar een vaste baan. 

In Nederland heeft 77% van de jongeren tussen de 15 en 24 jaar een bijbaan, daarmee spant Nederland de kroon in Europa. Desondanks zit er blijkbaar een grote groep thuis. Het wetsvoorstel gaat scholen verplichten om jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt betere begeleiding te bieden. Hiervoor kunnen jongeren en scholen terecht bij een doorstroompunt in de buurt. Op deze punten werken jongeren, gemeenten en scholen samen om werkloosheid en vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen. 

Het wetsvoorstel

In het wetsvoorstel worden vier concrete maatregelen voorgesteld om de jongeren sneller aan werk te helpen:

  1. Scholen worden wettelijk verplicht om leerlingen na het afstuderen, of het vroegtijdig verlaten van school, te informeren over hun loopbaan. Het bieden van aanvullende loopbaanbegeleiding kan bijvoorbeeld door het organiseren van open dagen of het bieden van stageprogramma’s. Echter, voor scholen kan dit een lastige opgave zijn. Vaak blijkt dat veel scholen het contact met de leerlingen verliezen na het afstuderen. Vroegtijdige schoolverlaters verdwijnen vaak helemaal uit beeld. 
  2. Doorstroompunten, gemeenten en scholen moeten hun doelgroep uitbreiden. Momenteel zetten zij zich in voor jongeren tot 23 jaar oud. De groep wordt nu uitgebreid naar jongvolwassenen tot 27 jaar oud. 
  3. De huidige wet- en regelgeving biedt onvoldoende mogelijkheden voor een ketenaanpak, waarbij gemeenten in samenwerking met doorstroompunten en scholen jongeren in de zoektocht kunnen steunen naar onderwijs of werk. Door middel van een intakegesprek wordt beoordeeld of een jongere beter geschikt is voor onderwijs of werk. Om deze aanpak zo goed mogelijk te laten werken, krijgen gemeenten hier extra financiële middelen voor. 
  4. Alle partijen (gemeenten, regionale overheden en maatschappelijke organisaties) moeten mee gaan werken aan een regionaal programma. Het regionale programma moet zorg gaan dragen voor een uniforme aanpak tegen vroegtijdig schoolverlaten en NEETs.

Voortgang

De Wet van school naar duurzaam werk is onderdeel van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten die zien op het bevorderen van kansengelijkheid. Op 5 juni 2024 heeft de Raad van State een advies uitgebracht over het wetsvoorstel. Naar aanleiding van dit advies heeft minister Bruins in december 2024 een nader rapport ingediend bij de Tweede Kamer en de Koning. Vooralsnog staat het wetsvoorstel op de planning om op 1 januari 2026 in werking te treden.