Niet-Nederlanders vaker veroordeeld tot vrijheidsbenemende sanctie dan Nederlanders

Verdachten met een niet-Nederlandse nationaliteit die eenzelfde soort delict en strafrechtelijk verleden hebben als Nederlandse verdachten, moeten vaker voor de rechter verschijnen. Ook krijgen ze eerder een straf opgelegd, met name een gevangenisstraf. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden.

Door Noortje Figee

Volgens de Leidse universitair hoofddocent Wermink zijn de verschillen aanzienlijk. De nationaliteit van een verdachte speelt volgens haar een grote rol. Voor de beslissing om al dan niet een vrijheidsbenemende sanctie op te leggen, is de nationaliteit van de verdachte bijvoorbeeld even belangrijk als een eerdere gevangenisstraf.

Mogelijke oorzaken

Wermink heeft rechters en officieren van justitie geïnterviewd om achter de oorzaak te komen. Volgens hen is er sprake van ergernis wanneer verdachten alleen naar Nederland komen om delicten te plegen. Daardoor zijn rechters eerder geneigd om een gevangenisstraf op te leggen. Logistieke problemen spelen ook een rol. Geldboetes en taakstraffen zijn immers lastig ten uitvoer te leggen wanneer een verdachte in het buitenland leeft. Hechtenis opleggen is dan een makkelijkere straf. Verder hangen de strafdoelen af van de nationaliteit van een verdachte. Zo wordt het strafaspect bij niet-Nederlandse verdachten belangrijker en verdwijnt de resocialisatie meer naar de achtergrond.

Daarnaast is de voorlopige hechtenis van belang. Rechters leggen vaker voorlopige hechtenis op bij niet-Nederlandse verdachten, omdat zij rekening houden met eventueel vluchtgevaar. Rechters en officieren van justitie geven aan dat voorlopige hechtenis een manier is om verdachten ‘binnen onze invloed te houden’. Het opleggen van voorlopige hechtenis verhoogt de kans op een vrijheidsbenemende sanctie.

Wenselijkheid

Volgens Wermink moet goed nagedacht worden of de gevonden verschillen wenselijk zijn. De ongelijke behandeling kan een probleem opleveren als de door de rechter en officiers van justitie gegeven redenen geen geldige redenen zijn.