Spanje heeft Nederland gevraagd om het onderzoek in een fatale mishandelingszaak over te nemen. Dat maakte het Openbaar Ministerie vorige week bekend. Als het OM besluit om de verdachten in deze zaak te vervolgen, zal een Nederlandse rechtbank de zaak dus gaan beoordelen. De kans is dan groot dat de verdachten een flinke straf krijgen.
De badplaats El Arenal op het Spaanse eiland Mallorca was in de nacht van 14 op 15 juli 2021 het decor van een schokkend geweldsincident met dodelijke afloop. Dertien jonge Nederlandse toeristen zouden na een vechtpartij uit een nachtclub zijn gezet en vervolgens vijf andere Nederlanders hebben mishandeld. Eén van de slachtoffers werd zo hard tegen zijn hoofd geschopt dat hij in kritieke toestand in het ziekenhuis moest worden opgenomen en vier dagen later aan zijn verwondingen overleed. Twaalf verdachten waren op dat moment al teruggevlogen naar Nederland. De dertiende verdachte bleef achter op Mallorca om de sleutels van hun huurhuis in te leveren. Hij werd snel opgepakt, maar later weer vrijgelaten.
De Nederlandse politie kon in eerste instantie niets doen ten opzichte van de naar Nederland teruggekeerde verdachten, omdat een hulpverzoek vanuit Spanje lang uitbleef. Daarom startte de Nederlandse justitie enkele dagen later zelf een onderzoek naar de toedracht van het incident. Bovendien hadden twee andere Nederlanders inmiddels ook aangifte gedaan van mishandeling door dezelfde groep jongeren. Uiteindelijk kwam de Spaanse onderzoeksrechter, bijna twee weken na het incident, toch met de vraag of Nederland het volledige onderzoek wilde overnemen.
Rechtsmacht
Het internationale strafrecht kent verschillende beginselen op basis waarvan een land in een bepaalde zaak ‘rechtsmacht’ kan claimen. Dat begrip heeft betrekking op de bevoegdheid van de rechter om van een geschil kennis te nemen en het nationale strafrecht erop toe te passen. De twee relevante rechtsmachtbeginselen in de Spaanse mishandelingszaak zijn het territorialiteitsbeginsel en het personaliteitsbeginsel. Het eerste beginsel geeft Spanje rechtsmacht, aangezien de mishandeling op Spaans grondgebied plaatsvond. Nederland zou rechtsmacht kunnen claimen op basis van het tweede beginsel, omdat zowel de slachtoffers als de verdachten Nederlands zijn.
Welk land de verdachten na onderzoek uiteindelijk mag vervolgen, is onder meer afhankelijk van overleg tussen de Spaanse en Nederlandse autoriteiten. Jannemieke Ouwerkerk, hoogleraar Europees strafrecht aan de Universiteit Leiden, denkt dat dit overleg zeker heeft plaatsgevonden. Zij vermoedt overigens ook dat het ‘bijzondere, maar logische’ overnameverzoek praktische redenen heeft. Zo is het mogelijk dat de nabestaanden van het dodelijke slachtoffer om een behandeling van de zaak in Nederland hebben gevraagd.
Een andere mogelijkheid is dat de Spaanse justitie de zaak te complex vindt. Er zijn immers meerdere buitenlandse verdachten bij de zaak betrokken. Een berechting in Spanje zou dan tot gevolg kunnen hebben dat de Spaanse autoriteiten die verdachten weer aan Nederland moeten overleveren. Zo’n procedure neemt normaliter behoorlijk wat tijd in beslag. Strafrechtadvocaat Bob Kaarls noemt nog een andere reden die wellicht heeft meegespeeld bij het verzoek van de Spanjaarden. “Ik kan me ook voorstellen dat de autoriteiten op Mallorca niet erg staan te springen om media-aandacht over de mishandeling van toeristen”, aldus Kaarls.
Onderzoek in Nederland
Het Spaanse dossier ligt momenteel bij het speciale onderzoeksteam van de politie Midden-Nederland. Dat team verwacht dat het vertalen van het dossier nog enkele dagen gaat duren. “Daarna gaat de zaak gevoerd worden zoals we dat altijd doen. De verdachten zullen gehoord worden, er gaat forensisch onderzoek bij worden betrokken en er wordt gekeken naar wat de Spaanse politie voor onderzoek heeft verricht”, zegt Laura Peters, universitair docent strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Welke straf de verdachten eventueel zullen krijgen, hangt af van verschillende omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de mogelijke invloed van een ‘digitale heksenjacht’ op de verdachten. Pieter Verrest, hoogleraar strafrecht aan de Erasmus School of Law, verwacht echter dat de uiteindelijke straffen niet veel zullen afwijken van de straffen die de verdachten in Spanje zouden hebben gekregen.