Met blijdschap én met scepsis wordt gereageerd op een onlangs aangenomen Tweede Kamermotie om extra geld vrij te maken voor de sociale advocatuur. Vanuit de praktijk klinkt al langer de wens voor meer geld en aandacht voor de problemen van niet-vermogende rechtzoekenden. Brengt de motie hoop voor de sociaal advocaten en degenen die hun hulp behoeven?
Door Caspar Bottemanne
Naar aanleiding van de politieke debatten en problemen omtrent de toeslagenaffaire heeft de Tweede Kamer enkele ferme stellingen ingenomen over de rechtspositie en -zekerheid van burgers. Een aangenomen motie van Jesse Klaver (GroenLinks) en Lilianne Ploumen (PvdA) roept op tot het inbouwen van hardheidsclausules in wetten, beëindiging van racisme en meer middelen voor de sociale advocatuur. De sociale advocatuur ziet op rechtsbijstandverleners die niet-vermogende rechtzoekenden helpen met hun juridische problemen. Sociaal advocaten worden deels betaald vanuit subsidies voor rechtsbijstand. Zo kunnen mensen die advocaten eigenlijk niet kunnen betalen toch rechtsbijstand krijgen. De motie kon op veel steun rekenen, maar liefst 122 van de 150 Kamerleden stemden voor de motie.
Achtergrond
Dat de indieners van de motie oproepen tot het beschikbaar stellen van extra geld voor de sociale advocatuur is niet verrassend. Al lang zijn er veel zorgen vanuit verschillende hoeken over de moeilijkheden in de sector. Arjen Lubach besteedde in de uitzending van Zondag met Lubach van 1 maart 2021 uitgebreid aandacht aan de financieringsproblematiek en het vertrek van veel advocaten uit de sociale advocatuur. Vanuit de politiek stelde SP’er Michiel van Nispen scherpe vragen over de daling van het aantal sociaal advocaten en de hoeveelheid toevoegingen (subsidies) toegewezen door de Raad voor de Rechtsbijstand.
Verantwoordelijk bewindspersoon Sander Dekker (Minister voor Rechtsbescherming) ziet het geheel iets rooskleuriger. Hij noemde de situatie in de sociale advocatuur ‘niet sterk verslechterd’. Wel is hij ervan overtuigd dat er een onderzoek moet komen ‘om een programma te ontwikkelen waarmee in de toekomst het aanbod en de factoren die daarop van invloed zijn, nauwgezet kunnen worden gemonitord.’
Reacties uit de praktijk
De praktijk reageert wisselend op de aangenomen motie. De voorzitter van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN), Reinier Feiner, reageert: ‘Het is laat, maar niet te laat’. Feiner liet in een interview met BN De Stem weten dat er nog geen concrete bedragen worden genoemd. Daardoor is nog heel onzeker of de motie enig effect gaat hebben. Ook individuele sociaal advocaten zien een mooie belofte, maar ook onzekerheid. Zo heeft strafrechtadvocaat Jan Vlug uit Deventer bedenkingen bij de concreetheid van de motie: ‘Het is een begin, maar er wordt nog niet duidelijk hoeveel geld er komt en welk deel waarheen gaat.’