Minister wil discussie over verplicht afstaan van DNA na oproep

Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid wil dat er discussie plaatsvindt over het verplicht meewerken aan DNA-onderzoek bij zware delicten. Aanleiding hiervoor is de doorbraak in de zaak Nicky Verstappen, waar de vermiste Jos Brech na een DNA match werd aangewezen als verdachte. De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) wil echter niets van zo’n verplichting weten. 

Door Eline van der Zwaag

Het DNA-onderzoek in de zaak Nicky Verstappen is volgens justitie het grootste verwantschapsonderzoek ooit. Het begon in februari van dit jaar en er werden 21.500 mannen opgeroepen. 14.049 mannen gaven vrijwillig DNA af. De als verdachte aangemerkte Jos Brech gaf nooit gehoor aan oproepen voor het vrijwillig afstaan van DNA.

De verdachte was al eerder in beeld bij politie en justitie in de zaak Nicky Verstappen, toen hij op 12 augustus 1998 fietsend in de buurt van het plaats delict werd aangetroffen. Naar aanleiding hiervan werd Brech tweemaal gehoord, maar er waren geen aanwijzingen voor betrokkenheid.

Pas toen Jos Brech afgelopen april door zijn familie als vermist werd opgegeven, kon zijn DNA worden verkregen via zijn spullen. Dit leverde een 100 procent match op met het DNA dat op de kleding van Nicky is gevonden in 1998.

Tijdens de persconferentie liet Peter R. de Vries, namens de familie van Nicky, weten dat het feit dat duizenden mannen geen gehoor gaven aan de oproep voor het afstaan van DNA erg zwaar was voor de familie. Het risico bestond daardoor dat het grootschalige DNA onderzoek alsnog niets zou opleveren.

Volgens de NOvA gaat het te ver om mensen die niet als verdachte – in de zin van art. 27 Wetboek van Strafvordering – zijn aangemerkt, te verplichten hun DNA af te staan. Daarbij wijst de NOvA op belangrijke principes in ons strafrechtstelsel, zoals de onschuldpresumptie en het recht op privacy. Daarnaast is een eventuele verplichting in de praktijk volgens de NOvA niet mogelijk; je kunt moeilijk iedereen die niet mee wil werken daartoe fysiek dwingen.

Sinds 1 februari 2005 is de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden van kracht. Veroordeelden moeten verplicht DNA-celmateriaal afstaan als zij veroordeeld zijn voor een misdrijf waarop in de wet een gevangenisstraf van minimaal vier jaar of meer staat.

Lees ook: Doorbraak zaak Nicky Verstappen: dna-match gevonden, jacht geopend