Minister trekt wetsvoorstel huurbevriezing in

De inmiddels demissionaire woonminister Keijzer heeft de afgelopen maanden keihard gewerkt aan het ‘wetsvoorstel huurbevriezing’. In dit wetsvoorstel werd afgesproken de huurprijzen te bevriezen om huurders te beschermen tegen te hoge huurprijzen. De wet werd ingevoerd om de financiële lasten van huurders te beperken. Zij krijgen steeds vaker te maken met stijgende kosten door hoge energierekeningen en huurkosten. Toch trekt demissionair woonminister Keijzer de stekker uit het plan.

“Op basis van het advies van de Raad van State en de politieke ontwikkelingen, en om rust en voortgang te brengen in de volkshuisvesting, heb ik besloten het wetsvoorstel niet in te dienen”, schreef Keijzer afgelopen dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. Diezelfde ochtend kwam het nieuws naar buiten dat Geert Wilders zich terugtrekt uit de coalitie wegens de niet-succesvolle uitvoering van het asielbeleid. 

Kritiek Raad van State

Naast het feit dat het politieke landschap enigszins overhoop ligt, heeft Keijzer bij haar beslissing ook rekening gehouden met het advies van de Raad van State. De Raad van State wierp het wetsvoorstel door middel van een kritisch advies eigenlijk regelrecht de prullenbak in. Het wetsvoorstel zou vanwege de tijdsdruk té snel tot stand zijn gekomen, waardoor meerdere waarborgen in het wetgevingsproces niet zijn gevolgd. Zo zouden er te weinig experts en belanghebbenden gehoord zijn en heeft er geen grondige probleemanalyse plaatsgevonden. 

Ook inhoudelijk zijn er kanttekeningen bij het wetsvoorstel te plaatsen. Het voornaamste heikele punt is de ongelijke behandeling die het wetsvoorstel met zich teweeg brengt. De huurbevriezing zou namelijk alleen gelden voor sociale huurders bij woningcorporaties, terwijl andere sociale huurders niet onder het wetsvoorstel zouden vallen. Daarmee maakt het wetsvoorstel een direct onderscheid tussen twee groepen huurders die zich in de kern in dezelfde situatie bevinden.

Financiële problemen

Voorts wijst de Raad van State in zijn advies over de mogelijke financiële gevolgen die het wetsvoorstel zou kunnen hebben op de woningcorporaties. De inkomstenderving van de woningcorporaties zou in totaal namelijk 1,5 miljard euro per jaar bedragen, terwijl maar een deel hiervan wordt gecompenseerd. Hierdoor komen woningcorporaties mogelijk in financiële problemen. Omdat er te weinig rekening is gehouden met deze gevolgen, spreekt de Raad van State over een onevenwichtige afweging van belangen. 

Vooruitzicht

Nu het wetsvoorstel huurbevriezing is ingetrokken, zal het demissionaire kabinet naar een andere oplossing moeten zoeken. Feit blijft dat we in Nederland een structureel tekort aan woningen hebben. In de Grondwet staat bovendien dat de Nederlandse Staat een zorgplicht heeft ten aanzien van zijn inwoners om voor voldoende adequate volkshuisvesting te zorgen. Wanneer en welke plannen om dit probleem aan te pakken zullen volgen, is nog niet bekend.