Megarechtszaak over grootschalige fraude met vervuilde mest begonnen

Anderhalve week geleden is in de rechtbank in Amsterdam een groot proces van start gegaan tegen negentien bedrijven en personen. Zij worden ervan verdacht jarenlang miljoenen kilo’s vervuild restafval te hebben vermengd met mest. Daarnaast verdenkt het OM de groep verdachten van valsheid in geschrifte en andere overtredingen van de Meststoffenwet.

Het Openbaar Ministerie kreeg in 2015 een anoniem bericht binnen waarin melding werd gemaakt van grootschalige milieufraude met zwaar vervuilde mest. Daarbij zouden in totaal negentien verdachten betrokken zijn, onder wie een industriële vergister uit Spakenburg en veehouders uit Gelderland, Noord-Brabant en Utrecht. De anonieme tip was het begin van een onderzoek dat maar liefst vijf jaar zou gaan duren. “Het was een hele kluif om alles uit te zoeken”, aldus persofficier Otto van der Bijl. “We hebben heel veel administratie uitgeplozen en dan zie je de gaten en de dingen die niet kloppen.”

Opsporingsambtenaren ontdekten tijdens het onderzoek dat ze te maken hadden met een organisatie die internationaal opereerde om gevaarlijk restafval goedkoop te kunnen wegwerken. Van der Bijl: “De betrokken bedrijven en personen verwerken afval met daarin gevaarlijke stoffen, waar strenge regels voor zijn. We verdenken ze ervan dat restproduct te hebben vermengd met mest en dat te hebben verkocht aan boeren.” Hiermee zouden de verdachten in totaal zo’n twee miljoen euro hebben verdiend. De boeren reden de vervuilde mest vervolgens uit over hun akkers, wat mogelijk heeft geleid tot schade aan het milieu én het voedsel dat op de akkers werd verbouwd.

Rechtszaak en wraking

De directeur van de industriële vergister uit Spakenburg vindt dat zijn bedrijf te goeder trouw heeft gehandeld. “Het is heel vervelend en ook heel onterecht dat wij genoemd worden in deze zaak.” Dat wilde hij de rechter ook vertellen toen de rechtszaak tien maanden geleden van start ging. Het proces was echter nog geen uur bezig toen de advocaten van drie andere verdachten aankondigden de rechtbank te wraken vanwege ‘partijdige en laatdunkende’ uitlatingen van de rechtbankvoorzitter.

Aanleiding voor de wraking was een e-mail over één van de verdachten die de voorzitter naar zijn twee mederechters dacht te hebben gestuurd. Daarin schreef hij dat ‘de lieverd alweer had gereden op de met een tracker uitgeruste tractor’ en dat er ‘vanavond wel weer spijtbetuigingen zouden volgen’. De voorzitter had echter per ongeluk op de knop ‘antwoord aan allen’ geklikt, waardoor alle partijen de e-mail onder ogen kregen. De advocaten van de drie verdachten noemden de e-mail schokkend. “U heeft zich laatdunkend en sarcastisch uitgelaten over onze cliënten. Deze rechtbank is in dit proces daarom niet meer serieus te nemen”, aldus een van de advocaten. De voorzitter erkende schuld en vertrok.

Nieuwe rechtszaak

Het vervolg van de rechtszaak heeft dus een tijdje op zich laten wachten. Ondertussen kwam NRC met het bericht dat in Nederland nog veel meer mestfraudeurs actief zijn. Zij worden echter zelden vervolgd, omdat controle- en opsporingsinstanties weinig aandacht hebben voor mestfraude. Zo controleerden de instanties in 2019 slechts 0,09% van alle mesttransporten, terwijl mestfraudeurs in hetzelfde jaar toch zo’n 23 miljoen euro opstreken.

De negentien mestfraudeurs in deze zaak komen er echter niet zo makkelijk vanaf. Hun proces is (na negen maanden vertraging) weer hervat, met nieuwe rechters. De Amsterdamse rechtbank heeft, verspreid over drie weken, acht zittingsdagen gereserveerd voor de behandeling van de zaak. Het OM is daarbij in ieder geval van plan de twee miljoen euro die de verdachten hebben verdiend, terug te vorderen. Verder eist het OM dat de rechter aan de negentien verdachten gevangenisstraffen tot twaalf maanden en extra geldboetes tot 160.000 euro oplegt. De rechtbank doet, naar verwachting, in december 2021 uitspraak.