In de Nederlandse gevangenissen zitten in 2017 meer gedetineerden met psychische problemen dan jaren geleden. Van alle gedetineerden heeft zestig procent een psychische stoornis, heeft eveneens zestig procent een verslaving en is dertig procent van de gevangenispopulatie licht verstandelijk beperkt.
En dat is een probleem, omdat gedetineerden door bezuinigingen van het vorige kabinet meer op zichzelf aangewezen zijn, zo meldt NOS. Ook wordt van hen verwacht dat zij vanuit de gevangenis zelf een huis en werk zoeken. Met name degenen met psychische problemen komen hier zelf niet uit.
Zelfredzaamheid is oké
Met het streven naar zelfredzaamheid is op zich niets mis. ‘Maar als die zelfredzaamheid samenhangt met bezuinigingen en minder medewerkers, dan komt een belangrijk onderdeel van het leefklimaat – een goeie verhouding tussen personeel en gedetineerde – onder druk te staan,’ zegt Peter van der Laan, hoogleraar reclassering aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Minder bewaarders betekent immers minder contacten. ‘En dat terwijl veel van die sociale contacten ook bijdragen aan betere resultaten na detentie.’
Redenen stijging
Het feit dat meer veroordeelden met psychische problemen kampen, kent twee hoofdoorzaken. Enerzijds worden er wel vaker taakstraffen uitgedeeld, maar komen mensen met een stoornis hier minder vaak voor in aanmerking. Anderzijds worden mensen met psychische problemen vaker dan voorheen thuis – of in ieder geval in vertrouwde omgeving – behandeld. Gaat het dan goed fout, dan is een kliniek geen optie meer, maar belanden ze in de gevangenis. ‘En daar zijn ze niet ingesteld op behandelen,’ aldus Van der laan.