Onlangs heeft Melchior Wathelet, advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie, in zijn conclusie geadviseerd over de rechtszaak tussen Geenstijl en Playboy. De conclusie was dat het linken naar auteursrechtelijk beschermd materiaal niet gezien dient te worden als een nieuwe openbaarmaking en dus geen auteursrechtelijke inbreuk is. De conclusie is niet bindend. In de praktijk wordt echter zo’n conclusie vaak overgenomen.
Door Bram de Jong
In de zaak tussen Geenstijl en Playboy ging het om het volgende. De naaktfoto’s van Britt Dekker voor de Playboy waren uitgelekt in de media. Geenstijl publiceerde een link welke bij de nog niet gepubliceerde foto’s uitkwam. De uitgever van de Playboy was hier uiteraard niet blij mee, want de bladen met de foto’s van Britt Dekker lagen nog niet eens in de schappen.
De uitgever van de Playboy startte om die reden een rechtszaak tegen Geenstijl. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat het linken naar auteursrechtelijk beschermd materiaal gezien dient te worden als een inbreuk op het auteursrecht van de uitgever.
Geenstijl ging tegen dit vonnis in hoger beroep bij het gerechtshof. Het vonnis van de rechtbank werd teruggedraaid. Het hof legde het linken naar auteursrechtelijk beschermd materiaal (illegaal) niet uit als een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet. Hierdoor kon dus ook geen sprake zijn van een inbreuk op het auteursrecht van de uitgever.
De uitgever van de Playboy kon zich niet vinden in het arrest van het hof en ging in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad vroeg het Europees Hof om advies met een aantal prejudiciële vragen.
De advocaat-generaal schreef in zijn advies dat het niet uitmaakt wat voor motieven de persoon die linkt had. Ook is volgens de advocaat-generaal niet van belang of hij of zij er van op de hoogte is dat er geen toestemming is verleend tot het publiceren.
Met het linken naar een origineel artikel dat al online stond, wordt geen nieuw publiek bereikt en er is daarom dus geen sprake van een nieuwe openbaarmaking, wat een autersrechtenschending op zou leveren.
Het is nog even afwachten of het Europees Hof voor Justitie het advies van de advocaat- generaal overneemt. Als het Europees Hof inderdaad het advies overneemt, dan is het linken naar auteursrechtelijk beschermd materiaal niet langer meer een inbreuk op het auteursrecht van de maker.