Leaseauto inleveren mogelijk vorm van zwangerschapsdiscriminatie

Onlangs bleek uit een onderzoek van RTL Nieuws dat zwangere vrouwen vóór het zwangerschapsverlof de leaseauto moet inleveren. Internationale verdragen, Europese regelgeving en nationale wetgeving hebben een juridisch kader vastgesteld in welke gevallen er sprake is van discriminatie. Of er in de hiervoor genoemde situatie sprake is van zwangerschapsdiscriminatie hangt af van de afspraken die de werknemer met de werkgever heeft gemaakt. Uiteindelijk zal het College voor de Rechten van de Mens op individueel niveau beoordelen of er sprake is van discriminatie.  

Door Lisanne Wigboldus

“Vrouwen met een flexibel arbeidscontract lopen een groot risico om gediscrimineerd te worden vanwege zwangerschap of moederschap”. Dit is één van de conclusies die het College voor de Rechten van de Mens trok in een rapport over de resultaten van het meldpunt zwangerschapsdiscriminatie. In mei 2017 opende het College voor de Rechten van de Mens het meldpunt waar veel meldingen over zwangerschapsdiscriminatie binnenkwamen.

Discriminatieverbod

Het discriminatieverbod is neergelegd in verschillende internationale verdragen, Europese richtlijnen en in nationale gelijkebehandelingswetgeving. Het verbod is onder andere neergelegd in artikel 14 van het EVRM en in artikel 26 van het IVBPR. Op grond van de internationale verdragen ligt er een taak voor de overheid om passende maatregelen te nemen om discriminatie te voorkomen. Artikel 14 en artikel 26 hebben rechtstreekse werking in Nederland. Daarnaast is de Nederlandse gelijkebehandelingswetgeving een uitwerking van Europese richtlijnen. Het verbod van onderscheid op grond van geslacht heeft ook betrekking op zwangerschap.

De gelijkebehandelingswetgeving verbiedt onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap. Het onderscheid is verboden bij:

  • De werving en selectie, het aangaan van een arbeidsverhouding, het verlengen van een contract;
  • De arbeidsomstandigheden;
  • De arbeidsvoorwaarden;
  • De bevordering;
  • De beëindiging van een arbeidsverhouding;
  • De arbeidsbemiddeling;
  • De uitoefening van het vrije beroep.

Discriminatie is vaak moeilijk te bewijzen en daarom geldt er ook een ‘verlichte bewijslast’. Dit betekent dat de werknemer die zich gediscrimineerd voelt, feiten en omstandigheden dient aan te voeren waaruit dit vermoeden blijkt. Het is vervolgens aan de werkgever om te bewijzen dat hij niet in strijd heeft gehandeld met de wet.

Directe of indirecte discriminatie

In sommige leaseovereenkomsten staat een standaardafspraak over het inleveren van de leaseauto bij langdurig stilstand van werkzaamheden. Als deze afspraak slechts voor zwangere vrouwen zou gelden, dan is er sprake van onderscheid in arbeidsvoorwaarde op grond van geslacht, namelijk bij vrouwen.

Maar als een werkgever een standaardafspraak maakt (onafhankelijk van het geslacht), dan maakt de werkgever geen direct onderscheid op grond van geslacht, mits natuurlijk in de afspraak staat dat dit voor zowel mannen als vrouwen geldt. Toch kan er sprake zijn van indirecte discriminatie omdat alleen vrouwen met zwangerschapsverlof kunnen gaan en daardoor langere tijd niet op kantoor zijn. Volgens het College voor de Rechten van de Mens is dit niet altijd verboden. De beweegredenen voor de werkgever om een dergelijke afspraak op te nemen en de individuele situatie zijn hiervoor van belang.

Werknemersverzekering

Toch zou een werkgever nadeel kunnen ondervinden als deze gedurende de zwangerschap de leaseauto kwijt is. De werkgever kan dit oplossen door een werknemersverzekering in te schakelen. Het UWV heeft bevestigd dat de werkgever een hoger salaris kan doorgeven, vanwege de financiële verrekening van het niet kunnen gebruiken van de auto, zodat de uitkering hoger uitvalt. Een auto van de zaak is als fiscale bijtelling verwerkt en zal zodoende ook onderdeel zijn van de uitkering.

Het hierboven genoemde meldpunt is sinds mei 2017 geopend op de website van het College voor de Rechten van de Mens. Je kan anoniem een melding doen of je kan een oordeel vragen als je vermoedt gediscrimineerd te worden. In het laatste genoemde geval word je klacht tijdens een openbare zitting behandeld.