Knelpunten in aanpak milieucriminaliteit

Uit een onlangs verschenen rapport van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid blijkt dat de aanpak van milieucriminaliteit in Nederland te wensen overlaat. Ook het Openbaar Ministerie (OM) ziet problemen. Volgens het OM moet de aanpak van de milieudelicten spoedig doeltreffender worden, anders dreigt deze vast te lopen.

Door Winand Kuiper

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid heeft in het rapport ‘De markt de baas’ geconcludeerd dat de aanpak van milieucriminaliteit kampt met te veel knelpunten. Zo blijkt dat zowel de opsporing als de vervolging niet slagvaardig genoeg zijn. Daarnaast duren onderzoeken naar strafbare feiten vaak lang. Daarbij komt dat deze onderzoeken nog te vaak resulteren in straffen die niet afschrikwekkend zijn voor de criminelen.

Ook het OM in de persoon van landelijk milieuofficier Rob de Rijck laat in het blad van het OM ‘Opportuun’ weten dat er problemen zijn met de aanpak van milieudelicten. Volgens De Rijck straffen rechters vaak te laag in vergelijking met het voordeel dat de criminelen met de delicten hebben. De Rijck noemt als voorbeeld dat een langdurig onderzoek resulteert in een boete van enkele duizenden euro’s. Voor de criminelen vaak een schijntje, volgens de milieuofficier.

Versnipperde Opsporing

De knelpunten zijn volgens De Rijck deels een oorzaak van de versnippering van de opsporing. De politie is belast met heterdaad-zaken en recherchematige opsporing. Ook via het bestuursrecht wordt veel criminaliteit opgespoord door bijvoorbeeld buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) en omgevingsdiensten.

Naast de boa’s en de omgevingsdiensten bestaan er nog instanties die zich bezighouden met milieudelicten, zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Ook private organisaties, zoals Natuurmonumenten, kunnen bijdragen aan de opsporing.

Zware misdaden

Volgens het OM is niet alles kommer en kwel.  De afgelopen jaren zijn er namelijk wel enkele voorbeelden geweest van zaken waar afschrikwekkend gestraft is. Zo werd voor het gesjoemel met transporten van meststoffen onlangs een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar opgelegd door de rechter. In een andere zaak kreeg een Chinese smokkelaar een jaar gevangenisstraf voor het smokkelen van hoorns van neushoorns.

Tot slot kreeg een ondernemer uit Harderwijk onlangs 30 maanden celstraf opgelegd, waarvan 10 voorwaardelijk, omdat hij zou hebben gefraudeerd met bio-tickets. Het zijn enkele voorbeelden van straffen op maat voor zware misdaden, maar volgens De Rijck komen plegers van milieudelicten er nog te vaak te goed vanaf.