Kloppen de vooroordelen over de Zuidas? Dit vertellen advocaten

Elk jaar solliciteren honderden afgestudeerde rechtenstudenten bij de grootste Nederlandse advocatenkantoren. Echter, de plekken zijn schaars en de druk, als je eenmaal een plekje hebt bemachtigd, hoog.

Vijf advocaten van verschillende kantoren vertelden deze maand aan NRC naar aanleiding van het onthullende boek De groenteboer uit Den Haag van Hubert-Jan van Boxel hoe zij hun baan op de Zuidas ervaren. Hun namen worden daarbij niet genoemd. ‘De werkdruk is met vlagen heel hoog, maar lang niet altijd,’ vertelt een advocaat-stagiaire. ‘Het is meer hollen of stilstaan.’ Ook moet je als Zuidasadvocaat heel flexibel zijn, ervoer een inmiddels 33-jarige advocaat. ‘Er wordt van je verwacht dat je altijd kunt werken. En dat wordt niet minder naarmate je er langer zit.’

Toch gaan er wel degelijk alarmbellen rinkelen als een advocaat aangeeft dat het werk te veel wordt, zo vertelt een derde advocaat. ‘Dan kun je bijvoorbeeld bij een externe coach terecht.’ Al maken niet per definitie veel advocaten hier gebruik van. ‘Je ziet hier veel perfectionisten. De grote kantoren bieden een voedingsbodem aan dat soort types om zich helemaal over de kop werken.’

Tegelijkertijd wordt natuurlijk niemand verplicht om op de Zuidas te blijven. ‘Niemand heeft mij ooit gedwongen een duur huis te kopen, zodat ik voor eeuwig op de Zuidas moet blijven werken,’ vertelt een van de geïnterviewden. ‘Niemand zit gevangen in het systeem.’

Dan de hamvraag: kloppen de vooroordelen over de Zuidas? Deels, bevestigen de geïnterviewden. Werkuren van zestig uur zijn niet uitzonderlijk, maar tegelijkertijd ‘zit je echt niet alleen in die toren’. Het groepsgevoel, de dynamiek en flexibele tijden zijn reden genoeg om er te blijven werken.

Lees ook: Niet slim genoeg voor de Zuidas; weg advocaat-droom?

Onderzoek

Sinds 2012 doen de Stichting Jonge Balie Nederland (SJBN) en arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir onderzoek naar de werkdruk en cultuur op de Zuidas. In 2016 werd de bijbehorende enquête ingevuld door bijna zeshonderd advocaten met maximaal zeven jaar werkervaring. Van die groep bleek bijna de helft ongelukkig en ervoer ruim vijftig procent geen goede balans tussen werk en privé. Reden voor zo’n tien procent van de ondervraagden om te overwegen een carrièreswitch te maken.

Andere grote stressfactoren: de druk om opdrachten binnen te halen en de opleiding van de zogenaamde Law Firm School (LFS), die moeten worden afgerond naast de reguliere beroepsopleiding. Deze LFS-opleiding is bij zestien internationale advocatenkantoren verplicht, waaronder Allen & Overy, Stibbe, Dentons Boekel, Houthoff Buruma en Loyens & Loeff.

Lees hier het hele NRC-artikel.

[poll id=”24″]