Kleinere banken uiten ernstige zorgen over het wetsvoorstel dat hen verplicht een dekkend netwerk van geldautomaten aan te bieden. Revolut, Triodos, bunq, Knab en Van Lanschot Kempen stellen in een brief aan de Tweede Kamer dat de wet oneerlijke concurrentie in de hand werkt en hen afhankelijk maakt van Geldmaat, het gezamenlijke netwerk van ABN AMRO, Rabobank en ING.
Het wetsvoorstel beoogt contant geld toegankelijk te houden door banken met meer dan 50.000 rekeninghouders te verplichten tot een landelijk dekkend netwerk van geldautomaten. Volgens de kleinere banken betekent dit in de praktijk een gedwongen samenwerking met Geldmaat, een entiteit die wordt gecontroleerd door de drie grootbanken. De kleinere banken vrezen dat deze verplichting hen blootstelt aan kostenstructuren die door de grotere banken worden vastgesteld. Hierdoor ontstaat een financiële last die niet in verhouding staat tot hun omvang en kan de mededinging worden verstoord.
Een specifiek punt van zorg is dat sommige banken een volledig digitale strategie hanteren en klanten aantrekken die weinig behoefte hebben aan contant geld. Dit maakt een verplichte deelname aan Geldmaat volgens hen niet passend binnen hun bedrijfsmodel.
Kritiek wetsvoorstel
De Raad van State heeft in een advies van oktober 2024 al kritiek geuit op het wetsvoorstel. Het adviesorgaan waarschuwde voor een gebrek aan concurrentie op de markt voor geldautomaten en wees erop dat de verplichting voor kleinere banken niet altijd proportioneel is. De Tweede Kamer zal binnenkort debatteren over het wetsvoorstel. De vraag blijft of de zorgen over mededinging en proportionaliteit voldoende worden meegenomen in de uiteindelijke wetgeving.