Kit Kat-fight tussen Nestle en Mondelez

Een reep chocolade met vier ‘vingers’ die je van elkaar af kunt breken. Volgens fabrikant Nestle zou iedereen meteen aan een Kit Kat moeten denken. De A-G van het Hof van Justitie is echter van mening dat men ook aan een andere vorm, zoals Leo, zou kunnen denken. Kit Kat dreigt nu niet langer erkend te worden als Europees merk.

Door Liza Ovsyanko

Nestle heeft in 2002 aan het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (BIEEU) gevraagd om de vier ‘vingers’ in te schrijven als uniemerk. In 2006 is het merk geregistreerd, maar een jaar later kwam Mondelez ertegenop. De producent van Leo chocolade, ook een chocoladereep met vier afbreekbare stukken, vond dat Kit Kat niet onderscheidend genoeg was. Het BIEEU oordeelde in 2012 echter dat Kit Kat wel onderscheidend genoeg was en Mondelez bracht de zaak naar het Gerecht.

Naar aanleiding hiervan liet Nestle een consumentenonderzoek uitvoeren om erachter te komen of mensen de beschrijving van vier ‘vingers’ associeerden met Kit Kat. In tien Europese landen bleek dit inderdaad zo te zijn, maar in verschillende andere landen bleek dit niet het geval te zijn.  In 2016 oordeelde het Gerecht dat de rechtsopvatting van BIEEU onjuist was, omdat slechts bleek dat dit onderscheidende vermogen maar voor een deel van Europa gold.

Nestle, Mondelez en het BIEEU waren het niet eens met de beslissing van het Gerecht en brachten de zaak voor het Hof van Justitie. De A-G van het Hof is gekomen met een conclusie. Volgens hem heeft Nestle aan kunnen tonen dat de vier ‘vingers’ onderscheidend zijn in de Europese Unie, maar geldt dit slechts voor een aantal landen. Als slechts een deel van de Europese consumenten het merk herkent, kan om deze reden de vorm niet beschermd worden.

De uitspraak van het Hof zal over een tijd volgen.