Kantonrechter: werkgevers mogen niet zomaar eisen dat werknemers voor werktijd aanwezig zijn

Het is werkgevers niet toegestaan om te eisen dat werknemers eerder op werk aanwezig zijn dan het moment waarop de werktijd officieel aanvangt. Althans, niet als de werkgever de werknemer daar niet voor betaalt. Dat heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg beslist.

Door Sophie Karatzas

Werknemers van het Limburgse distributiebedrijf Dimass moeten zich tien minuten voor het begin van hun dienst melden bij hun leidinggevende. Dit is één van de huisregels die het bedrijf hanteert, zodat verschillende diensten goed op elkaar kunnen aansluiten.

Een ex-werkneemster zou zich, ondanks eerdere waarschuwingen, niet aan deze regel hebben gehouden en werd op staande voet ontslagen. “Well then fire me”, zou de vrouw na de waarschuwing hebben gezegd. Volgens haar ontslagbrief kwam ze regelmatig later dan 10 minuten voor de start van haar dienst op haar werkplek aan.

Standpunt ex-werkneemster

De ex-werkneemster heeft de kantonrechter verzocht om het gegeven ontslag nietig te verklaren en streeft een correcte beëindiging van het dienstverband na. Hoewel de vrouw niet ontkent dat ze inderdaad niet altijd tien minuten voor aanvang van haar werkshift ter plaatse was, stelt ze zich op het standpunt dat het bedrijf dit niet in redelijkheid van haar kon verlangen. De regel maakte immers geen deel uit van haar arbeidsovereenkomst en ze ontving ook geen vergoeding voor het naleven van deze regel.

Standpunt Dimass

Dimass stelt voorop dat de vrouw ten tijde van het ondertekenen van de arbeidsovereenkomst akkoord is gegaan met de huisregels, nu deze aan haar zijn overhandigd voor het tekenen van de overeenkomst.  De huisregels maken dus wel degelijk deel uit van het arbeidscontract en ondanks een schriftelijke en mondelinge waarschuwing kwam de vrouw structureel te laat.  De ex-werkneemster heeft derhalve ernstig verwijtbaar gehandeld, aldus het bedrijf.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter stelt de ex-werkneemster in het gelijk. Indien het voor de correcte uitvoering van de werkzaamheden inderdaad essentieel is dat werknemers van Dimass zich tien minuten voor hun dienst melden bij hun leidinggevende, moet Dimass dit laten blijken door middel van het betalen van zijn werknemers voor die tijd. Die tien minuten betreffen dan namelijk reguliere werktijd. De kantonrechter interpreteert het feit dat Dimass uitbetaling van deze tijd nalaat zo dat het bedrijf niet dusdanig veel belang hecht aan het eerder aanwezig zijn van werknemers. Als dat wel zo was, zou dat namelijk ook tot uitdrukking zijn gekomen in uitbetaling van die tijd, aldus de kantonrechter.

Gelet op het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat de ex-werkneemster niet zodanig ernstig heeft gehandeld dat van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet sprake kan zijn. Nu dit betekent dat Dimass geen rekening heeft gehouden met de opzegtermijn in het arbeidscontract van de ex-werkneemster, heeft de vrouw recht op een schadevergoeding. Daarnaast heeft ze recht op een transitievergoeding, een billijke vergoeding van duizend euro en een correcte afwikkeling van het dienstverband. Dit laatste bestaat onder andere uit de verrekening van vakantiedagen en -geld en uitbetaling van het nog verschuldigde loon. 

Reactie Dimass

Als reactie op de uitspraak stelt de directeur van Dimass dat de ex-werkneemster vaak te laat aan haar werkshift begon. “Dat staat verkeerd in de uitspraak, omdat wij het niet helder in de ontslagbrief hebben gezet. Dat kost ons nu wat geld. Maar dat is prima, want wij zijn blij dat we er zo vanaf zijn. Wij wilden om meerdere redenen van die werkneemster af. Zij had voor 13.000 euro schade gereden in het magazijn en al zo’n zeven laptops versleten. Maar omdat dat geen reden voor ontslag is, zochten wij een stok om de hond mee te slaan”, aldus directeur Peter Walraven.

Lees ook: Kantonrechter: Vomar moet wachtend personeel uitbetalen