Een kind heeft wettelijk gezien recht op omgang met beide ouders. De afspraken omtrent de omgang worden in een omgangsregeling vastgelegd. Het kabinet wil harder optreden tegen ouders die de omgangsregeling niet nakomen. Het ‘expertteam ouderverstoting’ heeft onderzoek gedaan naar ouderverstoting en komt met aanbevelingen.
Door Özge Tatar
Volgens artikel 1:377a lid 1 BW heeft een kind recht op omgang met zijn ouders. Daartegenover hebben de ouders het recht en de plicht tot omgang met het kind. De rechter stelt op verzoek een regeling met betrekking tot het omgangsrecht vast, ook wel de omgangsregeling genoemd. In de omgangsregeling worden afspraken gemaakt over het contact tussen de niet-verzorgende ouder en het kind. De omgangsregeling is onderdeel van het ouderschapsplan en kan eventueel worden gewijzigd op grond van gewijzigde omstandigheden (artikel 1:377e BW).
Problematiek omtrent niet-nakoming omgangsregeling
De afspraken uit de omgangsregeling moeten worden nagekomen. Het kabinet wil harder optreden tegen ouders die de gemaakte afspraken over de omgang met het kind niet nakomen. Volgens demissionair Minister voor Rechtsbescherming moet zo veel mogelijk worden voorkomen dat een kind door druk van de ene ouder geen contact meer onderhoudt met de andere ouder. Het inzetten van specialistische hulp bij complexe echtscheidingen is nodig. Daarbij dient de toepassing van dwang beperkt te blijven.
Het ‘expertteam ouderverstoting’ heeft in opdracht van het ministerie onderzoek gedaan naar het voorkomen van ouderverstoting. Ouderverstoting leidt tot veel schade bij de ouders en kinderen. Volgens het expertteam moeten ouders gemakkelijker aangifte kunnen doen tegen de niet-nakomende ouder. De hulpverleners zouden ook nauwer moeten samenwerken met de politie en justitie. Het expertteam komt met het advies om de niet-nakomende ouder eerst een waarschuwing te geven, en een geldboete op te leggen wanneer de waarschuwing geen effect heeft. Het doel is om ervoor te zorgen dat de ouder gaat meewerken aan de hulpverlening, en het herstellen van de omgang met het kind. Het (tijdelijk) ontzetten van de niet-nakomende ouder uit de ouderlijke macht, conform artikel 1:377a lid 2 en 3 BW, moet zo veel mogelijk worden voorkomen.
Specialist contactverlies
Als het aan de minister ligt, zal de zogenoemde ‘specialist contactverlies’ een belangrijke rol moeten krijgen bij het signaleren van omgangsproblemen. De specialist contactverlies kan adviseren over de meest passende maatregel in een concrete situatie, en zo nodig ingrijpen. De ouders kunnen worden gewezen op de eventuele sancties. Bij acute problemen omtrent de veiligheid van het kind kan de politie worden ingeschakeld.