Juristen voeren actie voor meer inclusieve taal in rechtspraktijk

‘Raadsheer’, ‘raadsman’, ‘ombudsman’; hopeloos ouderwets, aldus diverse juristen uit het werkveld. Acht van hen voeren nu actie voor meer inclusieve taal in wetgeving, rechtspraak, besluiten van bestuursorganen en processtukken. 

Is zo’n actie nu echt nodig? Ja, meent jurist Tessa Kanis, rechercheur bij de inlichtingen- en opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Ze is een van de initiatiefnemers, die met de hashtag #mannelijketaalisnietneutraal aandacht vragen voor dit probleem. Andere actieleden zijn onder andere André Verburg, staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, en advocaten Rosa van Zijl en Willem Jebbink. Die laatste twee riepen de Hoge Raad in 2019 al op om meer vrouw-inclusieve taal te gebruiken.

“Wij zouden graag inclusievere en neutralere taal zien, die meer in lijn ligt met de realiteit,” vertelt Kanis. “Ook lijkt het ons wenselijk dat taal de gedachten niet altijd richting een man dwingt. Uit onderzoek komt namelijk naar voren dat meisjes minder vertrouwen hebben dat ze in staat zullen zijn om een functie te bereiken, als die functie een mannelijke titel heeft. Niet alleen denken we aan deze meisjes, maar aan iedereen die zich niet per se met een mannelijke aanduiding identificeert.”

Doel: échte verandering

De actie is bedoeld om daadwerkelijke verandering te bewerkstelligen. Via verschillende LinkedInposts probeert de actiegroep te peilen hoe mensen over de kwestie denken en wordt in een gesloten LinkedIngroep gespard over de manieren waarop veranderingen in de praktijk kunnen worden gebracht. Daarna volgen vervolgstappen. Waarom leeft de kwestie zo voor Kanis? “Toen ik nog studeerde, vond ik het al bijzonder dat de verdachte recht heeft op een “raadsman”. Het Wetboek van Strafvordering wordt momenteel gemoderniseerd, maar ook in die concepten wordt helaas wederom enkel gesproken over ‘raadsman’. Waarom niet gewoon advocaat? Waarom blijft de man de norm? Niet meer van deze tijd, niet representatief voor deze tijd en zeker niet gewenst gezien de slagen die nog te maken zijn op het gebied van inclusiviteit.”

Kamervragen

Dat ook de politiek aandacht schenkt aan de kwestie, bleek uit Kamervragen die op 7 juni van dit jaar door PvdA en GroenLinks werden gesteld aan de ministers voor Rechtsbescherming en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Antwoord van minister Dekker volgde een maand later, op 6 juli. “Ik kan mij voorstellen dat raadsheren van andere seksen dan de mannelijke het gebruik van deze functietitel als niet-passend en niet-correct kunnen ervaren. […] Ik deel de mening dat sekseneutrale titels voor rechters beter aansluiten bij de realiteit dat deze functie door personen van alle seksen wordt uitgeoefend,” aldus Dekker. “Vanuit het oogpunt van passend, inclusief en helder taalgebruik ligt het in de rede de wijziging van de titel raadsheer naar een of meerdere sekseneutrale titels na te streven. Dit wordt ondersteund door aanwijzing 3.8, eerste lid van de Aanwijzingen voor de regelgeving, die luidt: Indien mogelijk worden persoonsaanduidingen gebruikt die sekseneutraal zijn. Ik laat het aan de rechtspraak of men wil verkennen of er in de praktijk algemeen aanvaardbare sekseneutrale aanduidingen voor het begrip raadsheer kunnen worden ontwikkeld. […] Ter voorbereiding op deze keuze ben ik met het WODC in gesprek over de mogelijkheden een onderzoek te starten naar sekseneutrale functietitels in het rechtsbestel.”

Meepraten over de kwestie? Vul dan deze enquête in en help de actiegroep om een beter beeld te krijgen van de mening over sekseneutrale persoonsaanduidingen in de rechtspraktijk.