Jeugdcriminaliteit daalt, toch stijging ernstige delicten

De jeugdcriminaliteit is in de periode 2015-2020 afgenomen ten opzichte van de vijftien jaar daarvoor. Goed nieuws, zou je denken. Daarbij moet echter worden gezegd dat minderjarigen en jongvolwassenen wel vaker ernstige delicten plegen. Dat blijkt uit de Monitor Jeugdcriminaliteit, een twee- à driejaarlijks rapport van het WODC en het CBS.   

De meest recente Monitor Jeugdcriminaliteit van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) concludeert dat minderjarigen en jongvolwassenen de laatste zes jaar minder strafrechtelijke delicten hebben gepleegd dan in de jaren ervoor. Zo is een daling te zien in het aantal veroordeelde minderjarige verdachten en ook het aantal jongvolwassenen dat aangeeft een delict te hebben gepleegd ligt lager dan in de jaren vóór 2015. Desondanks steeg het aantal door jongeren gepleegde ernstige delicten (waaronder doodslag, mishandeling, wapenincidenten en vermogensdelicten met geweld) juist flink.

Rianne de Back, landelijk jeugdofficier van justitie, vertelde onlangs in het NOS Radio 1 Journaal om welke situaties het gaat. “We hebben het over ernstige geweldsdelicten, zoals gewapende overvallen, waarbij soms jongens van dertien tot vijftien jaar in aanraking komen met machetes en vuurwapens”. Jongeren ontmoeten elkaar ook steeds vaker op straat en nemen daarbij makkelijker wapens, zoals messen, mee. “Ze zeggen dat ze dat doen uit zelfverdediging of omdat ze het stoer vinden”, aldus de Back. Conflicten lopen hierdoor echter ook sneller uit de hand. Het gebruik van de messen heeft in sommige gevallen zelfs fatale gevolgen.

Oorzaken

Een mogelijke oorzaak van de toename van het aantal ernstige delicten is dus dat jongeren uit ‘stoerheid’ of zelfverdediging sneller wapens bij zich dragen. Hierbij spelen waarschijnlijk ook social media een belangrijke rol. Platforms als Facebook en Telegram bieden immers het ideale podium om elkaar (anoniem) te beïnvloeden of zelfs te bedreigen. Gevolg hiervan is weer dat jongeren zich vooral buiten de eigen buurt onveiliger voelen, zo bleek vorig jaar al uit onderzoek van het CBS. Andere oorzaken voor de stijging zouden kunnen worden gevonden in het armoedeklimaat, de eventuele thuisproblematiek en het schoolverzuim.

Het is overigens nog niet helemaal duidelijk welk effect de coronacrisis heeft op de toename van het aantal ernstige delicten, omdat deze toename volgens Rianne de Back al in 2019 te zien was. Het WODC en het CBS hebben de impact van de crisis ook niet meegenomen in hun rapport. Zij vinden dat op dit gebied nader onderzoek nodig is en dat het nog te vroeg is om te concluderen dat de gehele jeugdcriminaliteit door de coronacrisis weer gaat toenemen.

Oplossing van Dekker

Een maand geleden kwam Sander Dekker, de minister voor Rechtsbescherming, nog met de resultaten van een landelijke verkenning naar jeugdcriminaliteit. Hij wil naar aanleiding hiervan verder onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om ouders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om kinderen op het rechte pad te houden. Hierbij denkt Dekker onder meer aan betere opvoedingsondersteuning en uiteindelijk zelfs boetes voor ouders die zich afzijdig houden. “Sommige jongeren hebben een indrukwekkend lang strafblad en dan moet de samenleving met meer drang en dwang kunnen ingrijpen”, aldus Dekker.

Daar is niet lang iedereen het mee eens. Programmamaker Danny Ghosen, die een tv-programma maakte over jeugdcriminaliteit, denkt dat boetes voor ouders juist averechts zullen werken. Boetes zullen volgens hem weinig effect hebben, omdat kinderen van ouders die het niet zo breed hebben dan misschien meer strafbare feiten zullen plegen om die boetes te kunnen betalen. Strafrechtadvocaat Clarice Strenger meent dat ouders vaak niet bij machte zijn om iets te doen als hun kinderen in de criminaliteit terechtkomen. Zij vindt dan ook dat Dekker geen boetes zou moeten uitdelen, maar in plaats daarvan iets zou moeten doen aan de onveilige omgeving en de armoede waarin kinderen opgroeien.