Invoeren rekeningrijden van de baan

Drie van de vier coalitiepartijen zijn het niet eens met het plan om per 2030 rekeningrijden in te voeren. Daartoe namen zij een motie aan, waardoor het voornemen van kabinet Rutte-IV van tafel is geschoven. De vraag is hoelang Nederland nog zonder invoering van betalen naar gebruik kan.

Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid aan de TU Delft, waarschuwt voor een forse daling van inkomsten voor de Nederlandse schatkist. De oorzaak daarvan is dat mensen met een elektrische auto geen accijns betalen. Zij betalen slechts energiebelasting voor stroom, maar dat is beduidend lager dan de accijns die eigenaren van fossiele brandstofauto’s bij de pomp moeten betalen. Op dit moment is ongeveer 5% van alle personenauto’s elektrisch en nu al wordt er per jaar 1,8 miljard euro aan belastinginkomsten misgelopen. Het aantal elektrische auto’s zal de komende jaren alleen maar groter worden. Zeker nu de nieuwverkoop van fossiele auto’s per 2035 verboden wordt. Daarbij zijn elektrische auto’s veel zwaarder, waardoor er meer onderhoud aan wegen nodig is. Ook dit zal extra geld kosten.

Het kabinet Rutte-IV had het voornemen om vanaf 2030 rekeningrijden in te voeren. Dit houdt in dat automobilisten belasting betalen op basis van het aantal kilometers dat zij rijden. Hierdoor hoeven mensen die hun motorvoertuig niet of nauwelijks gebruiken niet evenveel te betalen als mensen die hun auto dagelijks gebruiken. Het op peil houden van de wegenbelastingen was een van de redenen dat het vorige kabinet rekeningrijden wilde invoeren. Daarnaast zou het leiden tot 2,5 megaton minder CO2-uitstoot in 2023. Met het niet invoeren van de kilometerbelasting wordt het behalen van de klimaatdoelen dan ook een uitdaging. Zeker nu het nieuwe kabinet ook andere voorgenomen klimaatmaatregelen van de baan heeft geveegd. “Het is maar de vraag of Nederland nog lang zonder een vorm van rekeningrijden kan”, aldus Van Wee.

Parlementaire behandeling

Na de val van het kabinet werd het onderwerp controversieel verklaard, wat betekent dat de parlementaire behandeling pas weer hervat kon worden na de verkiezingen. Die hervatting vond eind juni plaats. Met een nipte meerderheid van 76 zetels werd een motie van de SP aangenomen tegen het invoeren van rekeningrijden. Bij de stemming was duidelijke verdeeldheid over het onderwerp te zien. Niet alleen de Tweede Kamer, maar ook een deel van het nieuwe kabinet. PVV, NSC en BBB is tegen het betalen naar gebruik. De VVD is voorstander. “Sommigen hebben de illusie dat autobezit een keuze is,” aldus Wytske Postma (NSC). “Misschien is dat zo voor iemand die in een stad woont, een toegankelijk ov-netwerk heeft en een goedgevulde portemonnee om daar ook gebruik van te maken. Maar voor veel mensen in de regio, waar afstanden tot de voorzieningen groot zijn, is het geen keus.”