Intrekken Nederlanderschap van jihadisten gaat niet zomaar

Minister Fred Grapperhaus en staatssecretaris Ankie Broekers-Knol, beiden van Justitie en Veiligheid, hebben in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat het intrekken van het Nederlanderschap bij jihadisten niet zomaar gaat. Er is niet altijd voldoende informatie aanwezig om een intrekking op te kunnen baseren.

Door Winand Kuiper

Wil intrekking van het Nederlanderschap slagen, dan moet er sprake zijn van voldoende beschikbare informatie waarop die intrekking gebaseerd kan worden. Daarbij hoort ook een beschrijving van feitelijke informatie waaruit blijkt dat iemand zich heeft aangesloten bij een terroristische organisatie en moet het duidelijk zijn wat voor handelingen diegene daar heeft verricht. Verder moet de betreffende persoon minimaal zestien jaar zijn en zich op moment van intrekking van het Nederlanderschap  buiten Nederland bevinden.

Jihadisten

Het kabinet gaat er vanuit dat er ongeveer driehonderd mensen richting Syrië zijn vertrokken, zo staat in de brief. Zestig hiervan zijn teruggekeerd naar Nederland en ongeveer negentig mensen zijn gesneuveld. Ongeveer honderd jihadisten lopen nu nog het risico hun Nederlanderschap kwijt te raken. Deze jihadisten hebben allen een dubbele nationaliteit. Jihadisten met alleen de Nederlandse nationaliteit kunnen deze niet kwijtraken, omdat een mens niet stateloos kan zijn.

In de brief is verder te lezen dat het Nederlanderschap elf keer is ingetrokken. Deze jihadisten zijn ook ongewenst verklaard. Deze ongewenstverklaring heeft tot gevolg dat de jihadist ook geen aanspraak meer kan maken op een rechtmatig verblijf in Nederland. Wel staat in deze zaken de mogelijkheid tot hoger beroep nog open.

Onduidelijkheid over rol

De rol van de jihadi bij de terroristische organisatie is niet altijd duidelijk. Daarnaast is vaak niet bekend waar de jihadi zich allemaal schuldig aan heeft gemaakt en of hij zelf wel de intentie had om zich aan te sluiten bij de terreurorganisatie of is gedwongen om te vechten in de oorlog. Dit maakt het intrekken van het Nederlanderschap lastiger.

Uit de brief valt ook op te maken dat sommige informatie niet gebruikt kan worden bij het intrekken van de Nederlandse nationaliteit. Deze informatie moet wegens de veiligheid van de betrokkenen geheim blijven.

Los van de momenteel spelende elf zaken verwachten minister Grapperhaus en staatssecretaris Broekers-Knol niet dat er nog veel zaken bij zullen komen, omdat er simpelweg niet genoeg informatie beschikbaar is. Eerder oordeelde de Raad van State al dat het intrekken van de Nederlandse nationaliteit niet te lichtvaardig mag worden ingezet.