Het kabinet wil voorkomen dat mensen met een bijstandsuitkering die vermogen verzwijgen en daarvoor zijn beboet direct weer een uitkering kunnen krijgen. De toegang tot de bijstand wordt daarom met een wetswijziging van de Participatiewet aangescherpt. Het wetsvoorstel van staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beoogt dit te bewerkstelligen met een voorstel om openstaande vorderingen en boetes wegens fraude binnen de sociale zekerheid uit te sluiten als ‘schuld’ bij de vermogenstoets. Fraude mag immers niet lonen. Er kon tot 21 juli 2019 worden gereageerd op de bijbehorende consulatie.
Door Donny Buisman
Een alleenstaande bijstandsontvanger mag maximaal zesduizend euro vermogen hebben in geld of waardevolle bezittingen om in aanmerking te komen voor de bijstand. Voor een meerpersoonshuishouden is dat twaalfduizend euro. Het is daarom vreemd dat de toegang tot bijstand lang niet altijd wordt verhinderd indien een bijstandsontvanger die grens overschrijdt . Dit komt door de zogeheten ‘draaideur’ waarin beboette bijstandsontvangers zich begeven. Het gaat dan om de situatie dat van een bijstandsontvanger is ontdekt dat hij of zij te veel vermogen heeft. Bijvoorbeeld omdat hij een huis in het buitenland heeft. De gemeente eist dan van de (oud) bijstandsontvanger terugbetaling van de uitkering vermeerderd met een boete. De voormalig bijstandsontvanger kan dit niet betalen en meldt zich vervolgens weer voor een uitkering, die kan worden verleend omdat de schulden zijn (feitelijk) vermogen overstijgen.
Wijziging procedure
Die gang van zaken ondergraaft volgens Van Ark het rechtvaardigingsgevoel en het draagvlak voor sociale zekerheid. “Wie zijn bezit zoals het hoort wel opgeeft, krijgt geen bijstand of moet het bezit eerst te gelde maken. Wie het verzwijgt, krijgt een boete en weer een uitkering en mag het bezit houden. Maar het ontmoedigt gemeenten ook om handhavingsonderzoek te doen.” Het wetsvoorstel tot wijziging van de Participatiewet moet hier verandering in brengen doordat de schuld die iemand bij de gemeente heeft nadat onrechtmatige bijstand is ontvangen niet meer meetelt bij de hernieuwde aanvraag. “Die rekenen we niet mee. Bij een nieuwe aanvraag telt het aangetroffen bezit wel volledig mee. Dan geldt wat altijd geldt: iemand moet zich inspannen dat bezit te gelde te maken. Dat is zo bij een huis in het buitenland, maar ook bij een postzegelverzameling, antiek of sieraden. Iedereen wordt gelijk behandeld.”
Een beboette bijstandsontvanger moet in het vervolg kunnen aantonen dat hij of zij heeft geprobeerd om de bezittingen te verkopen. De situatie kan zich daarbij voordoen dat mensen bij de verkoop van het onrechtmatige bezit volledig zonder financiële middelen komen te zitten. Voor die gevallen geldt dat de gemeente een discretionaire bevoegdheid blijft behouden bij het beslissen over het wel of niet toekennen van de bijstand. De nieuwe situatie moet er in ieder geval toe leiden dat het verleidelijker wordt voor gemeenten om intensiever te handhaven op het niet melden van vermogen.