Vanuit de rechtbank moet er meer aandacht komen voor de invloed van hersenletsel op crimineel gedrag, aldus Maaike Kempers, bijzonder hoogleraar Forensische Neuropedagogiek aan de Universiteit Leiden.
Zo zou niet-aangeboren hersenletsel bij verdachten en veroordeelden veel vaker voorkomen dan lange tijd werd gedacht, zegt Kempes tegen RTL Nieuws: “Meer dan de helft van de volwassenen in gevangenissen heeft een vorm van niet-aangeboren hersenletsel. Onder jongeren die crimineel gedrag vertonen gaat het om ruim 30 procent. Dat is drie keer zoveel als onder de totale bevolking.”
Risicovol gedrag
Het feit dat hersenletsel zo vaak voorkomt bij deze groep, is volgens Kempes niet erg verbazingwekkend. Zo zijn mensen die crimineel gedrag vertonen ook in hun dagelijks leven eerder geneigd tot risicovol gedrag. Zij zijn namelijk eerder betrokken bij vechtpartijen, verkeersongelukken en valpartijen. Bovendien zou deze groep bijvoorbeeld vaker op kickboksen zitten en daardoor sneller een klap op het hoofd krijgen. Ook is deze groep eerder geneigd om drugs of alcohol te gebruiken, wat ook hersenschade kan opleveren, aldus Kempes.
Als deze factoren worden belicht, kunnen behandelingen worden aangepast. Dit kan ervoor zorgen dat een maatregel eerder aanslaat. Zo zou kunnen worden vastgesteld dat een bepaalde behandeling geen nut heeft, omdat iemand moeite heeft met concentratie, impulsregulatie of het verwerken van informatie.
Geen vrijbrief
Kempes pleit in haar oratie (een openbare rede gehouden door een nieuw benoemde hoogleraar), Jonge Breinen in het strafrecht, ervoor dat gedragsdeskundigen rekening houden met mogelijke hersenschade wanneer ze hun adviezen aan rechters geven. Hierdoor kunnen criminelen een effectievere behandeling krijgen voor hun specifieke gedragsprobleem. Kempes werkt aan een ‘beslisboom’, die tijdens een rechtszaak kan worden gebruikt om te bepalen of en welk verder onderzoek nuttig is.
Het is niet Kempes’ missie om daders van misdrijven vrij te pleiten of lichtere straffen op te leggen: “Het is geen vrijbrief om te zeggen: ik heb hersenletsel, ik kan er niks aan doen. Het is bedoeld om te begrijpen welke factoren meespelen bij het criminele gedrag. Zodat we de behandeling kunnen toespitsen op de persoon. Hoe succesvoller je mensen behandelt, hoe lager de kans op recidive.”
Bovendien benadrukt Kempes dat tbs-behandelingen lang niet altijd aanslaan. Een mogelijke reden hiervoor is dat het niet-aangeboren hersenletsel niet goed is onderkend. Als de hersenschade beter herkend wordt, kan de behandeling ook effectiever worden.
Meer aandacht is zinvol
Volgens hoogleraar criminologie Emile Kolthoff is het waar dat hersenletsel kan leiden tot crimineel gedrag. Zo zouden afwijkingen in de hersenen kunnen leiden tot verminderd empathisch vermogen alsook een verminderd geweten, aldus Kolthoff. Zo lijden seriemoordenaars aan psychopathie, ze hebben een sterk verminderde gewetensfunctie. Verder zie je dit ook bij witteboordencriminelen die fraude plegen, stelt Kolthoff.
Verder zegt Kolthoff dat het ‘zinvol’ is om meer aandacht te geven aan niet-aangeboren hersenletsel bij daders. Rechters volgen veelal de adviezen van gedragskundigen op. In het geval dat niet-aangeboren hersenletsel vraagt om een specifieke therapeutische behandeling, is het goed als een rechter hiervan kennis heeft, zodat een passende maatregel kan worden opgelegd.