Een getrouwd homoseksueel koppel heeft een beroep ingesteld tegen de Roemeense staat. Een van de twee is namelijk een Amerikaanse man en heeft volgens de Roemeense staat geen recht op verblijf in de staat, nu hij niet een EU-burger is en het homohuwelijk door Roemenië niet wordt erkend. Het Europees Hof van Justitie heeft geoordeeld dat ook een echtgenoot van een EU-burger met hetzelfde geslacht het recht heeft om zich in een lidstaat te vestigen bij de echtgenoot.
Door Kirsten Willms
De Roemeen en Amerikaan hebben elkaar in 2002 ontmoet in New York en zijn in 2010 getrouwd in Brussel. Later besloten zij om naar Roemenië te verhuizen om dichterbij de familie te wonen. Op grond van de Europese Verblijfsrichtlijn hebben personen die niet afkomstig zijn uit een Europese lidstaat, het recht op verblijf in een lidstaat indien zij getrouwd zijn met een Europese burger. Een beroep hierop door de Amerikaan werd door de Roemeense staat afgewezen op de grond dat hij niet wordt erkend als de wettelijke echtgenoot van de Roemeen.
Het koppel heeft bij de nationale rechter een beroep ingesteld tegen de Roemeense staat wegens discriminatie op grond van seksuele voorkeur. De Roemeense rechter legde een prejudiciële vraag voor aan het Europees Hof van Justitie waarin duidelijkheid werd verzocht over de vraag of onder het begrip “de echtgenoot” in de zin van de Verblijfsrichtlijn ook wordt verstaan de echtgenoot met hetzelfde geslacht. Het Europees Hof heeft op 5 juni 2018 overwogen dat het begrip “de echtgenoot” in de zin van het Europees recht een gender-neutraal begrip is en dat ook getrouwde personen met hetzelfde geslacht het recht hebben om samen in een lidstaat te verblijven.
Het Europees Hof vervolgt met de overweging dat lidstaten vrij zijn om te bepalen of zij het homohuwelijk erkennen in het nationale recht, maar als een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht rechtsgeldig is gesloten in een lidstaat van de Europese Unie dient dit als zodanig te worden erkend in alle lidstaten van Europa. Indien een lidstaat het recht op verblijf van deze echtgenoot weigert, handelt het daarmee in strijd met het recht op vrij verkeer van personen.