Heeft de maatschappij behoefte aan versterking van de positie van de ongehuwde vader?

D66 pleit ervoor om meer aan te sluiten bij de maatschappelijke ontwikkeling – en daarbij mogelijk de behoefte van de praktijk – wat betreft de rechten van ongehuwde vaders. Aangezien de trend zich voortzet, dat steeds minder stellen met elkaar in het huwelijk treden of pas in een latere levensfase met elkaar in het huwelijksbootje stappen, lijkt het gezien de huidige wetgeving wenselijk de juridische positie van de ongehuwde vader meer gelijk te trekken met die van de gehuwde vader en daarbij specifiek de procedure voor het verkrijgen van ouderlijk gezag te vereenvoudigen voor deze eerstgenoemde. Dit zou de ‘slechts samenwonende’ vader een hoop ‘rompslomp’ kunnen besparen.

Door Chantal van Beek

In boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voert nog steeds het ‘klassieke’ scenario – het huwelijk – de boventoon, als het gaat om de toebedeling van rechten en plichten aan ouders na de geboorte van een kind. Zie bijvoorbeeld de artikelen 1:199 en 1:152 BW, waaruit volgt dat gehuwde ouders vanaf het moment van de geboorte automatisch in een juridische familierechtelijke relatie met het kind staan en zij daarbij – eveneens van rechtswege – het ouderlijk gezag over het kind hebben. Dit ouderlijk gezag blijven zij ex artikel 1:251 lid 2 BW bij ontbinding van het huwelijk in beginsel zelfs uitoefenen. Als gehuwde ouder heb je op grond van de wet dus automatisch het recht (en ook de plicht) jouw minderjarig kind te verzorgen en op te voeden en de verantwoordelijkheid hierover te dragen.

Binnen het huidige familie- en jeugdrecht dienen vaders die niet zijn gehuwd, dan wel een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan [1], daarentegen een hoop zaken te regelen bij de geboorte van hun kind [2]. Naast de erkenning van het kind bij de gemeente [3], dienen zij ook nog eens apart het gezag aan te vragen bij de rechtbank. Dit dient te gebeuren middels een schriftelijke procedure [4] of – afhankelijk van de situatie – via een verzoek aan de rechter, waarbij o.a. een kopie van de geboorteakte, BRP uittreksels en kopieën van identiteitsbewijzen overgelegd dienen te worden [5]. Dit laatste brengt voor de ongehuwde vaders derhalve de nodige administratieve rompslomp en bijkomende kosten met zich mee, hetgeen niet geldt voor de gehuwde vaders, daar zij, zoals hiervoor al uiteengezet, automatisch ouderlijk gezag hebben over de kinderen die binnen het huwelijk worden geboren.

Vele ongehuwde vaders zijn daarentegen niet bekend met het feit dat bovengenoemde acties ondernomen dienen te worden om dezelfde rechten (en plichten) te verkrijgen als gehuwde vaders. Dit is een voorlichtingsprobleem, erkent Kamerlid Vera Bergkamp. Bij bijvoorbeeld een scheiding kan het nalaten hiervan onverwachte nadelige gevolgen met zich meebrengen, zoals het feit dat een vader die geen ouderlijk gezag heeft bepaalde beslissingen niet kan nemen, daar hij geen wettelijke vertegenwoordiger is van het kind. Hierbij valt te denken aan het aanvragen van een paspoort, het bepalen van de schoolkeuze of het geven van toestemming voor een medische behandeling. Wanneer een vader in een dergelijk geval alsnog ouderlijk gezag wil krijgen, dient hij zich te wenden tot de rechter.

Voor samenwonende ouders moet het delen van gezag gemakkelijker gaan worden, vindt D66 en daarom pleiten zij ervoor dat vaders bij erkenning meteen het ouderlijk gezag krijgen. Bergkamp is van plan het initiatiefwetsvoorstel voor automatisch gezag dit jaar in te dienen. “Het gezag over kinderen onnodig ingewikkeld maken voor ongehuwde ouders vindt D66 niet meer van deze tijd. Ook het aantal koppels dat ongehuwd samenleeft neemt toe. Mensen volgen vaak niet meer de vanzelfsprekend de traditionele volgorde van eerst trouwen, dan kinderen. Daarom dienen wij een voorstel in om erkenning en gezag ook voor ongehuwde ouders aan elkaar te koppelen [6]. Elke vader kan na de aangifte en erkenning van zijn kind ook het gezag verkrijgen over het kind. En daarmee alle rechten en plichten jegens het kind die ook automatisch bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap verkregen worden,” zegt ze.

Wat mij betreft zou het een goede ontwikkeling zijn, wanneer het wetsvoorstel van D66 uiteindelijk aangenomen zou worden en daarmee de wet aangepast zou worden. Gelet op de ontwikkelingen binnen de maatschappij en de toename van het aantal kinderen dat buiten het huwelijk wordt geboren, dient men mijns inziens inzake de wetgeving mee te gaan met deze trend en daarmee de positie van de ongehuwde vader beter te waarborgen. De toekomst zal het leren of men de ‘slechts samenwonende’ vader te hulp gaat schieten.

Wil je meer lezen over dit onderwerp? Lees hier 5 misverstanden over ouderlijk gezag.

————————————————————————————————

[1] Vaders met een geregistreerd partnerschap krijgen wanneer zij de erkenning regelen automatisch ouderlijk gezag.

[2] Het is in feite enkel de ongehuwde vader die met deze ‘rompslomp’ te maken heeft, daar de positie van de moeder wettelijk gezien vrij sterk is. De moeder van het kind is immers de vrouw uit wie het kind geboren is of die het kind heeft geadopteerd en daarbij is niet van belang of die vrouw al dan niet is gehuwd. Bovendien heeft deze moeder van rechtswege het gezag over haar kind.

[3] Erkenning van het kind vestigt enkel juridisch ouderschap, hetgeen minder rechten en plichten met zich meebrengt dan het hebben van gezag.

[4] Een gezamenlijk verzoek kan eenvoudig bij de rechtbank worden ingediend middels een standaardformulier, zonder tussenkomst van een advocaat.

[5] Voor meer informatie over deze procedure bij de rechtbank, klik hier.

[6] Het voorstel geldt niet alleen voor vaders maar ook voor duomoeders.