Handelsverdragen en politiek moddergooien

In de media zagen we hier en daar wat verbaasde reacties op het feit dat het Waalse parlement in staat zou zijn om een veto uit te brengen ten aanzien van het CETA verdrag. Het gaat hier voluit om het zogenaamde ‘Comprehensive Economic and Trade Agreement, een verdrag tussen de EU en Canada.

Hoewel gisteren bleek dat de Waalse premier Paul Magnette en andere Belgische regionale leiders na dagen van koppig verzet toch overstag gingen en de Belgen nu toch akkoord zijn met de CETA, blijft het een interessant gegeven om te bekijken. Op zich is verzet tegen dergelijke handelsverdragen namelijk niet echt een nieuw fenomeen. Echter, hoe komt het dat in dit stadium een regio als Wallonië een streep had kunnen halen door dit verdrag? Om dit goed te kunnen begrijpen moeten we het Belgische Constitutionele Systeem nader onder de loep nemen en ons wat meer verdiepen in de politieke verhoudingen aldaar.

De Grondwet van België

België is een federatie. In principe niet zo spannend als op het eerste gezicht. Echter, bestaat deze Federatie uit bijzondere gefedereerde gebieden. België is enerzijds opgedeeld in Gemeenschappen, die bijna helemaal overlappen met de taalgebieden (Duits, Frans en Vlaams). De Gemeenschappen gaan over de culturele taalidentiteit van deze gebieden. Anderzijds zijn er de Gewesten: het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze Gewesten vertegenwoordigen de verschillende economische belangen in België, die per streek nogal anders zijn. Zowel de Gemeenschappen als de Gewesten bestrijken het gehele grondgebied van België. Dat betekent dus dat een burger in diens woonplaats met ten minste drie autonoom opererende overheden te maken heeft: de Federale Overheid, de overheden van het betreffende Gewest en de Gemeenschap.

Interessant detail is dat deze drie overheden constitutioneel gezien op basis van autonomie en exclusieve bevoegdheden opereren. Dit wil enerzijds zeggen dat de overheden gelijkwaardig aan elkaar zijn en elkaar dus niet kunnen ‘overrulen’. Dat wil anderzijds zeggen dat de bevoegdheden van deze overheden niet zouden moeten kunnen overlappen en er dus in beginsel geen conflicten zouden moeten bestaan in de bevoegdheden. Het lastige is dat België in haar buitenlandse betrekkingen gezien wordt als één rechtsentiteit die vertegenwoordigd wordt door de Federale Overheid, maar intern te maken heeft met deze bevoegdheidsverdeling (Art. 167 Belgische Grondwet). Daarnaast zijn de gefedereerde entiteiten in België zelf gemachtigd om verdragen te sluiten. Daar de Gewesten doorgaans gaan over economische regelgeving, is het dus logisch dat het Waals Gewest haar zegen moet geven voor het CETA verdrag, terwijl in de internationale onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van het CETA verdrag België vertegenwoordigd werd door de Federale Overheid.

Politiek gevecht

Tot zover de les in constitutioneel recht. Nu over naar het politiek moddergooien. Politiek gezien wordt de CETA vooral bekritiseerd in de context van een ander verdrag: het befaamde TTIP verdrag dat mogelijk gesloten gaat worden tussen de VS en de EU. In essentie verlagen zowel de CETA als de TTIP handelsbarrières op het gebied van import/exportbelasting, productregelgeving en investeringen. Op zich niets nieuws, omdat de EU dergelijke verdragen al met veel andere landen heeft gesloten, zonder al te veel ophef. Zo zijn er onlangs soortgelijke verdragen gesloten met Singapore, Ecuador, Oost- en West Afrika en Vietnam.

Het is de laatste tijd in de mode om internationale samenwerking tegen te gaan door gebruik te maken van democratische middelen. Het lijkt er echter op dat het doel niet zozeer is om de specifieke samenwerking in kwestie te stoppen, maar vooral om een meer algemeen afkeuren te uiten, of welhaast in het wilde weg om ons heen te trappen. In geval van het Waalse protest lijkt het erop dat er een algeheel wantrouwen is naar grote buitenlandse bedrijven, maar vooral ook dat de politieke partij die in Wallonië nog kan rekenen op een brede steun erg gefrustreerd is in het feit dat ze op federaal niveau niet meeregeert.

Jammer, want ik denk dat het veel zou toevoegen wanneer in het politieke debat de daadwerkelijke pros en cons van dergelijke verdragen aan bod zouden komen, in plaats van het onderwerp te maken van politiek moddergooien. Er staat namelijk best wel wat op het spel: de geloofwaardigheid van de EU als een betrouwbare handelspartner bijvoorbeeld. 

Vrije handel

Vrije handel op zich is een respectabel doel. De manier waarop deze vrije handel wordt vormgegeven maakt echter of het naar tevredenheid werkt of juist leidt tot ongewenste uitwassen. Het heeft daarom weinig zin om overdreven positieve of negatieve scenario’s voor te houden, maar juist dieper in te gaan op de manier waarop we onze internationale economie zouden willen vormgeven. Dit vergt in plaats van politiek moddergooien vooral een inhoudelijke dialoog. Het gevolg van het eerste is ben ik bang een slechter economisch resultaat dan wanneer we het laatste doen.