Grapperhaus wil ruimere mogelijkheden voor DNA-onderzoek

Op 3 juli jl. verzocht Grapperhaus in een brief aan de Tweede Kamer de mogelijkheden te onderzoeken om niet-verdachten, derden, in een strafrechtelijk onderzoek gedwongen DNA te laten afstaan. De ruimere mogelijkheden voor DNA-onderzoek zouden opsporingsdiensten meer armslag moeten bieden tijdens vervolging en berechting. Daarnaast zou een grotere groep verdachten conservatoir celmateriaal af moeten staan volgens Grapperhaus. Of en op welke termijn de wens van Grapperhaus tot een wetswijziging kan leiden, is nog onduidelijk.

Door Lisanne Wigboldus

Wet DNA-V

Sinds 2015 heeft de Wet DNA-V veel aandacht gekregen. In tussenrapportages is geconcludeerd dat deze wet op dit moment niet kan voorkomen dat een deel van de veroordeelden zich aan de werking daarvan kan onttrekken. Er zijn verschillende mogelijkheden om de DNA-databank te vergroten, aldus Grapperhaus.  Ten eerste onderzoekt men de mogelijkheden om de Wet DNA-V te wijzigen om zodoende conservatoir celmateriaal af te kunnen nemen en te bewaren tot het moment dat een verdachte wordt veroordeeld.  Na de wetswijziging zou het mogelijk zijn van iedere verdachte van een misdrijf waar meer dan vier jaar op staat celmateriaal af te nemen. Het gaat om mensen die bijvoorbeeld na hun verhoor wel vrij worden gelaten maar nog steeds verdachte blijven. Op dit moment wordt alleen nog DNA afgenomen van mensen die veroordeeld zijn. Daardoor ontbreken er heel veel DNA-profielen in de databank.

DNA van derden

Daarnaast wil Grapperhaus dat mensen die niet verdacht worden van een misdrijf, wel gedwongen kunnen worden DNA-materiaal af te staan. Er zal hiervoor een wijziging in het Wetboek van Strafvordering moeten worden aangebracht. Voor het gedwongen afstaan van DNA van getuigen moet dan een dringende noodzaak zijn en er moet sprake zijn van een ernstig misdrijf.  Het afnemen van celmateriaal van derden kan noodzakelijk zijn om vast te stellen welke sporen op een plaats delict van de verdachte of van anderen afkomstig zijn zodat op de juiste wijze richting kan worden gegeven aan het opsporingsonderzoek of het bewijs in de zaak kan worden versterkt. Enkele andere landen hebben al wel een dergelijke regeling, zoals Kroatië of Duitsland.

Schending privacy

Het onder dwang afnemen van celmateriaal kan een schending opleveren van artikel 8 van het EVRM.  Het vormt namelijk een inperking op het privéleven. In sommige gevallen kan een inperking worden gerechtvaardigd indien er aan een aantal voorwaarden is voldaan.  Zo dient het bijvoorbeeld noodzakelijk te zijn, in overeenstemming te zijn met het recht en noodzakelijk te zijn in een democratische samenleving. Aldus dient er een balans te worden gevonden tussen het publieke belang dat hiermee wordt gediend, en anderzijds het belang van het respect voor het privéleven van de verdachte.

De discussie rondom DNA-onderzoek kwam onder andere op gang na de zaak Els-Borst in 2014 en de zaak Nicky Verstappen halverwege 2018. In deze laatste zaak weigerde verdachte Jos B. verschillende keren vrijwillig mee te werken aan een DNA-onderzoek.

Op dit moment worden er nog diverse onderzoeken verricht. Naar verwachting zal eind volgend jaar bekend worden of en onder welke voorwaarden er een wetswijziging zal plaatsvinden.