Uit onderzoek van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd blijkt dat de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) onvoldoende zicht heeft op de veiligheid van kinderen die een plek hebben op de wachtlijst voor een onderzoek. In het verleden zijn meermaals maatregelen getroffen om tot verbetering te komen, maar dit heeft tot nu toe niet mogen baten.
Door Douae Youssef
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) is een instantie die aan de gang gaat op het moment dat er ernstige zorgen over de opvoedingssituatie van een minderjarige bestaan. Op het moment dat een acuut dreigende situatie bestaat voor een kind, pakt de Kinderbescherming de zaak direct op om maatregelen te treffen met als doel het kind in een veilige situatie te brengen.
Zorgen over de instantie
Al lange tijd bestaan er zorgen over de lange wachtlijsten bij de Kinderbescherming. Eind 2018 wachtten bijna 3.000 kinderen gemiddeld een maand op onderzoek. Dit, terwijl de wettelijke norm tien dagen is. Door deze lange uitloop van tijd lopen minderjarigen extra risico, doordat mogelijk noodzakelijk ingrijpen door de instantie veel te lang op zich laat wachten. De veiligheid van de kinderen is in het geding, staat in een uitgebracht rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Daarnaast is het toezicht op de jeugdreclassering al meerdere jaren onvoldoende op orde.
In een eerder verbeterplan beloofde de RvdK de gang van zaken tot verbetering te brengen. De instantie gaf afgelopen juni aan tot 1 januari 2020 nodig te hebben om de drastische wachttijd terug te brengen naar tien dagen en de wachtlijst terug te brengen tot maximaal 750 minderjarigen. Daarnaast kwam de RvdK met enkele maatregelen die bedoeld waren om de kinderen op de wachtlijsten niet uit het zicht te verliezen. Op die manier zouden ook mogelijke risico’s beperkt kunnen worden.
Helaas komt het resultaat van deze maatregelen onvoldoende tot uiting in de praktijk, zo stellen de inspectie en het ministerie. Zij namen de geplande maatregelen onder de loep en concludeerden dat de RvdK toch echt alles moet inzetten om de situatie daadwerkelijk te verbeteren.
Gevolgen wachtlijsten
Gedurende de tijd dat een minderjarige op de wachtlijst staat, is het niet de RvdK die verantwoordelijk is voor de veiligheid van het kind, maar de melder van de onveilige situatie. Hierbij kan worden gedacht aan het meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, genaamd Veilig Thuis, of aan een bepaald wijkteam. Door de wachtlijsten duurt dat oneigenlijk lang, zijn de inspecties van mening. Zij eisen dat voor ieder kind op de wachtlijst afspraken worden getroffen.
Jeugdreclassering
De inspecties uitten ook kritiek op het toezicht op de jeugdreclassering, een verantwoordelijkheid die ook tot het takenpakket van de Kinderbescherming behoort. Zo zouden niet alle rapportages van de jeugdreclassering worden getoetst, terwijl dit wel een vereiste zou zijn. Daarnaast is de communicatie met de jeugdreclassering, het Openbaar Ministerie en desbetreffende jongeren in bepaalde zaken niet op orde.
Reactie Raad
De RvdK geeft in een schriftelijke reactie aan de kritiek van de inspecties over de wachtlijsten en het toezicht op de jeugdreclassering te onderschrijven. Zo zijn er maatregelen getroffen en in de maak die tot verbetering zouden moeten leiden. De RvdK geeft aan dat het versterken van de toezichthoudende taak de aankomende tijd verhoogde inzet van tijd en capaciteit van de medewerkers zal vragen. Tegelijkertijd wil de RvdK zich inzetten om de wachttijden te verkorten. Eind februari zal de Kinderbescherming moeten rapporteren op welke wijze er maatregelen genomen zullen worden om de situatie tot verbetering te brengen.