In Georgië is het wetsvoorstel ‘buitenlandse agenten’ na dagen van protest ingetrokken. Deze wet zou de persvrijheid onder druk zetten en hierdoor mogelijke toetreding tot de EU bemoeilijken.
Regeringspartij Georgische Droom (GD) wilde de wet invoeren om buitenlandse beïnvloeding tegen te gaan. Organisaties die meer dan 20 procent van hun financiering uit het buitenland krijgen, zouden voortaan als ‘buitenlands agent’ geregistreerd moeten worden. Mediabedrijven en non-gouvernementele organisaties zouden door deze wet onder toezicht komen te staan en beperkingen opgelegd krijgen. Bij overtreding hiervan riskeren zij boetes of gevangenisstraffen.
Georgië diende in 2022, kort na de Russische inval in Oekraïne, een toetredingsverzoek tot de EU in. Brussel had al laten weten dat invoering van deze wet toetreding in de weg zou staan, omdat deze in strijd is met de waarden en normen van de EU.
De ‘Kremlin wet’
Tegenstanders zien de hand van Poetin in het wetsvoorstel. In 2012 werd in Rusland namelijk een soortgelijke wet aangenomen, om kritische media en mensenrechtenorganisaties de mond te snoeren. Sindsdien moeten organisaties alle activiteiten en financiële uitgaven verantwoorden en worden zij regelmatig aan onderzoek blootgesteld. Daarnaast moeten zij verplicht het label ‘buitenlands agent’ tonen. Deze term staat in voormalige Sovjetrepublieken gelijk aan spion en staatsvijand.
De stempel landverrader maakt een organisatie verdacht. Veel ngo’s hebben zich letterlijk failliet geprocedeerd in een poging van het stigma af te komen. Rechters hebben na aanpassing van de wet in 2014 sowieso nauwelijks een rol meer. Vanaf dat moment kon het Russische ministerie van Justitie, zonder uitspraak van een rechter, ngo’s aanwijzen als buitenlandse agent. Ook kunnen onafhankelijke journalisten en bloggers sinds 2019 als ‘buitenlands agent’ aangewezen worden.
Door overeenkomsten tussen de Russische wet en het wetsvoorstel waren veel demonstranten bang voor soortgelijke gevolgen. En hoewel de Georgische Droom een pro-Europese instelling heeft, hebben ze tegelijkertijd ook altijd de banden met Rusland willen onderhouden. Het feit dat Georgië van Rusland geen vijand wil maken is niet heel gek. In 2008 veroverde Rusland binnen zes dagen delen van Georgië, waar zij nog steeds de feitelijke macht uitoefenen.
Bidzina Ivanishvili, oprichter en partijleider van GD, bouwde zijn zakenimperium op in Rusland. Hij wordt ervan beschuldigd nog steeds banden met het Kremlin te hebben. Na het intrekken van de wet heeft hij laten weten dat hij in de toekomst graag meer transparantie wil over buitenlandse invloeden. Of het wetsvoorstel dus volledig van tafel is, is nog onduidelijk.
Persvrijheid in Nederland
In Nederland valt de persvrijheid onder de vrijheid van meningsuiting. Deze is in artikel 7 van de Grondwet geregeld: “Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Iedereen mag dus zeggen en schrijven wat hij wil. Wel wordt hier een voorwaarde aan gesteld; het mag namelijk niet in strijd zijn met de wet. Het aanzetten tot haat en discriminatie zijn voorbeelden waar de wetgever de vrijheid van meningsuiting beperkt heeft.
Daarnaast is in de Mediawet bepaald dat publieke en commerciële oproepen zelf de autonomie over hun programma’s hebben. Zij mogen dus zelf de vorm en inhoud bepalen, zonder bemoeienis van de overheid.
In Nederland staat de persvrijheid ook onder druk. De NOS haalde na aanhoudende bedreigingen in 2020 het logo van satellietwagens, en uit onderzoek blijkt dat 8 op de 10 journalisten bedreigingen en/of agressie ondervinden. Ook de moord op Peter R. de Vries had een enorme impact. Deze ontwikkelingen hebben er mede voor gezorgd dat in 2022 Nederland op de Persvrijheid Index van plaats 6 naar 28 daalde (een verschil van 22 plekken). Sinds 2002 had Nederland altijd in de top tien gestaan.
Op 3 mei, de dag van de persvrijheid, wordt een nieuwe Persvrijheid Index gepubliceerd. Dan zal duidelijk worden hoe het met de persvrijheid in de wereld staat.