Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting heeft een wetswijziging gepresenteerd waardoor gemeenten meebeslissen naar welke koper een woning gaat. Dit geldt voor koopwoningen tot 355.000 euro. Het is voor lagere inkomens lastig op de krappe koopmarkt te bieden tegen mensen die meer kunnen bieden. Gemeenten krijgen straks de vrijheid om kopers die meer te besteden hebben geen vergunning te verlenen voor een bepaalde woning.
Aanleiding wetswijziging
De wetswijziging is verzocht door verschillende gemeenten. In de populaire steden worden op dit moment betaalbare appartementen opgekocht door projectontwikkelaars die de woningen weer duurder verhuren. De wetswijziging heeft als doel dit te voorkomen door gemeenten de bevoegdheid te verlenen om kopers te weren. Hierdoor krijgen personen met lagere inkomens ook een kans om een woning te kopen of huren. Gemeenten mogen ook voorrang geven aan bijvoorbeeld leraren en agenten, omdat hier een tekort aan is.
Een Kamermeerderheid is het eens met de wetswijziging, die stelt dat het mogelijk moet zijn om te kunnen wonen in de stad die je wilt in plaats van waar de prijzen het laagste zijn. Daarentegen zijn er ook tegenstanders van de wetswijziging, die stellen dat de wijziging het eigendomsrecht van woningbezitters aantast.
Huisvestingswet
Als de wetswijziging door de Eerste Kamer wordt aangenomen, wordt de ‘Huisvestingswet 2014’ aangepast. De Huisvestingswet biedt gemeenten de kans om in een huisvestigingsverordening regels vast te leggen over de toewijzing van huurwoningen en woningzoekenden. In 2014 werd aan gemeenten een sturingsmiddel ontnomen: ze mochten niet langer koopwoningen reserveren voor bepaalde personen. Negen jaar later is deze kwestie weer onder de aandacht. In principe wilde Minister de Jonge de wetswijziging op 1 juli 2023 laten ingaan, maar sommige partijen hebben nog bezwaren.