Op 14 februari jl. vond er een debat plaats in de Tweede Kamer over knelpunten bij de terugkeer van gedetineerden in de samenleving. Tijdens dit debat deed VVD-Kamerlid Foort van Oosten een voorstel omtrent de betaling van schadevergoedingen aan slachtoffers door gedetineerden. Van Oosten is van mening dat deze vergoeding betaald dient te worden voordat de gedetineerde op vrije voeten komt.
Door Deborah van Spelde
De regeling zoals deze nu is
Op dit moment is het zo dat een veroordeelde binnen acht maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis of arrest aan de schadevergoedingsverplichting moet hebben voldaan. Heeft hij dat niet, dan keert de staat het (resterende) bedrag uit aan het slachtoffer. Tevens volgt op grond van art. 36f jo. 24c Sr bij niet volledige betaling vervangende hechtenis voor de veroordeelde.
Voorstel
Het voorstel van Van Oosten ziet erop te voorkomen dat een veroordeelde wanbetaler wordt. Van Oosten is daarom van mening dat een veroordeelde eerst de schade dient te vergoeden aan zijn slachtoffer, voordat hij voorwaardelijk in vrijheid kan worden gesteld. Daarbij stelt Van Oosten wel voor om rekening te houden met de draagkracht van de veroordeelde. Zo is het treffen van een betalingsregeling ook voldoende om vrij te komen.
Minister Dekker van Rechtsbescherming is positief over het voorstel. Indien een Kamermeerderheid het voorstel steunt, zal Dekker het gaan uitvoeren.
Het debat kan hier worden teruggekeken.