EU-lidstaten wisselen voortaan juridische informatie uit over terreurverdachten

Sinds 1 september 2019 is het Anti-Terrorisme Register actief. Europese lidstaten wisselen voortaan juridische informatie uit over verdachten en veroordeelden van terrorisme. Het Europees juridisch agentschap Eurojust stelde in Brussel voor dit register te creëren.

Door Rose-Marie Mühren

Het register is een reactie op de zware terreuraanslagen in Parijs in 2015. Uit onderzoek bleken de terroristen  een link te hebben met lidstaten buiten Frankrijk, waaronder België. Onder meer de Belgische minister van Justitie Koen Geens nam vervolgens het initiatief een register te creëren bij Eurojust dat gerechtelijke informatie over terroristische activiteiten en netwerken verzamelt.

De bedoeling van het register is dat de lidstaten alle informatie  over lopende terreuronderzoeken en veroordelingen voor terrorisme met elkaar delen. Het gaat onder andere om de voor- en achternaam, geboortedatum en -plaats, het type misdaad en een korte samenvatting van de zaak. Eurojust kan zo verbanden zoeken tussen terrorismedossiers in de verschillende lidstaten, waarna bewijsmateriaal en andere informatie kan worden uitgewisseld tussen de parketten.

Het Anti-Terrorisme Register is niet zozeer gecreëerd om terreuraanslagen te voorkomen, aldus Eurojust-directeur Ladislav Hamran. Die bevoegdheid ligt namelijk bij Europol. Het register is voornamelijk bedoeld om lidstaten tijd, geld en mankracht te besparen door bijvoorbeeld bewijsmateriaal te gebruiken dat al door andere lidstaten is verzameld. Wanneer blijkt dat het onderzoek in een zaak in een andere lidstaat verder is, kan besloten worden de vervolging over te laten aan die lidstaat. Ook zou het register voorkomen dat verdachten meer dan één keer vervolgd worden voor hetzelfde criminele feit. Hamran vindt dat het register een grote stap vooruit is in de strijd tegen terrorisme. “Nu terroristen steeds vaker in grensoverschrijdende netwerken actief zijn, moet de EU dat ook doen.”