Einde ’telemarketing-terreur’?

Mona Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken, heeft op 4 juli 2019 een wetsvoorstel gepubliceerd die een eind zou moeten maken aan de ongewenste telefoontjes van bedrijven. Volgens dit wetsvoorstel mogen bedrijven en organisaties consumenten en zelfstandig ondernemers straks alleen nog maar benaderen als zij daar expliciet toestemming voor hebben gegeven.

Door Gracièla van Duinkerken

Vorig najaar bleek al dat de helft van de consumenten zich ergert aan telefoontjes van bedrijven die spullen of diensten willen verkopen. In 2018 kondigde Mona Keijzer als gevolg hiervan aan dat zij zou inzetten op een opt-in-systeem voor telemarketing. Om hier uitvoering aan te geven moet de telecommunicatiewet gewijzigd worden en hier wilde zij een wetsvoorstel voor maken.

Ten behoeve van de vormgeving van het wetsvoorstel is onderzoeksbureau Kantar  gevraagd om onderzoek te doen naar de houding van consumenten tegenover telemarketing. Het zal niet veel verbazing oproepen dat uit het onderzoek dit jaar blijkt dat de overgrote meerderheid ongevraagde telefonische verkoop praktisch nooit op prijs stelt. De irritaties bestaan zowel ten opzichte van ongevraagde commerciële telefoontjes van uitgevers, loterijen alsmede door bijvoorbeeld telefonische verkoop door goede doelen. De ergernis komt vaak op hetzelfde neer:  het ongevraagd gebeld worden, de vasthoudendheid en het tijdstip.

Huidige opt-out-systeem

Op dit moment geldt voor telemarketing het zogenaamde opt-out-systeem: men mag ongevraagd telefonisch benaderd worden, tenzij men zich heeft ingeschreven in het Bel-me-niet Register of aan de verzender anderszins te kennen heeft gegeven niet benaderd te willen worden. Het Bel-me-niet Register was al een aanscherping van de regels voor telemarketing. Hierdoor kon men zich in het register laten opnemen als men niet meer gebeld zou willen worden door een bedrijf, goed doel of politieke partij. Daar is echter een uitzondering op, namelijk als de persoon klant is of was. Bedrijven moeten dan wel vragen of ze nog mogen bellen: als de (oud-)klant nee zegt, is het voorbij.

Het nieuwe opt-in-systeem

Het Bel-me-niet Register blijkt niet altijd te werken en volstaat daarom niet. Het wetsvoorstel oppert een opt-in-systeem voor telemarketing, waarmee de functie van het Bel-me-niet Register eigenlijk wordt omgedraaid: het uitgangspunt wordt dat telemarketing niet mag plaatsvinden, tenzij hiervoor uitdrukkelijk toestemming is gegeven.  Uit de Memorie van Toelichting blijkt ook dat het wetsvoorstel de telemarketing richting bestaande klanten zal beperken door een maximale termijn vast te stellen waarbinnen nog contact mag worden opgenomen voor een nieuw aanbod. Een verbod om oud-klanten te bellen komt (nog) niet. Wat de maximumtermijn wordt, is nog niet duidelijk. De verkopers krijgen van Keijzer de kans dit zelf te regelen door middel van zelfregulering. Als dat niet of onvoldoende werkt, zal staatssecretaris Keijzer alsnog een wettelijke termijn instellen via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Tot slot mogen telemarketeers volgens het wetsvoorstel niet meer anoniem bellen: het telefoonnummer van de afzender moet altijd zichtbaar zijn.

Gemiste kans

De Consumentenbond liet in een reactie aan het AD weten blij te zijn met het wetsvoorstel, maar het tegelijkertijd te zien als een gemiste kans, omdat het niet zover gaat als gehoopt.  De Consumentenbond vindt vooral de regel dat telemarketeers zelf de maximumtermijn mogen bepalen waarin zij bestaande klanten nog mogen benaderen voor een nieuw aanbod onprettig en hadden liever gezien dat de hele termijn geschrapt werd.  Dit omdat volgens hen blijkt dat zelfregulering in deze sector niet werkt.

Het wetsvoorstel heeft nog een lange weg te gaan. Momenteel loopt een internetconsultatie over de conceptwet tot 15 augustus 2019 en kan er gereageerd worden op het voorstel. Eind 2019 zal de staatssecretaris het voorstel indienen bij de Raad van State en daarna bij de Tweede Kamer.