Een Roemeense rechter oordeelde dat een werkgever terecht berichten van zijn werknemer mocht lezen. Het EHRM heeft in haar uitspraak deze maand aangegeven dat de Roemeense rechter een juiste belangenafweging heeft gemaakt.
Door Tim van den Belt
In de zaak verzond de werknemer privé berichten met een voor zakelijk bestemd chataccount. Diens werkgever ging de berichten lezen in de aanname dat de berichten die waren verzonden middels het account ook zakelijk van aard waren. Dit bleek dus niet zo te zijn.
De werknemer klaagde vervolgens dat de werkgever zijn grondrechten had geschonden. Hij doelde specifiek op artikel 8 EVRM, waarin het recht op eerbiediging van privé, familie- en gezinsleven gecodificeerd staat.
De Roemeense rechter oordeelde dat enerzijds het belang van de privacy speelt en anderzijds het belang van de werkgever om haar werknemers te kunnen controleren of de taken professioneel worden uitgevoerd. De conclusie in dit geval was dat de werkgever was gerechtvaardigd om de werknemer te controleren.
Het EHRM gaat echter niet in op de vraag of een werkgever dit altijd mag doen of zo niet, op welke voorwaarden de werkgever dit mag doen. Het EHRM oordeelt enkel, dat onder deze omstandigheden de Roemeense rechter een juiste afweging heeft gemaakt. Het is dus geen vrijbrief voor werkgevers om nu privéberichten van werknemers te gaan lezen.
In Nederland is al langer bekend dat een werkgever dit mag. Er zijn echter wel enkele vereisten. Zo dient de werkgever voorafgaand aan de controle het doel en de omvang hiervan kenbaar te maken. Hierbij dient de werkgever op basis van proportionaliteit/subsidiariteit zich zoveel mogelijk te onthouden van het lezen van privé e-mails. Enkel als er sprake is van een gewichtige reden, mag de werkgever een specifiek bericht lezen. Hiervan dient hij de werknemer op de hoogte te stellen. Tot slot dient de werkgever af te wegen of het belang van de controle de schending van de privacy rechtvaardigt.