Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft onlangs geoordeeld dat de Britse inlichtingendienst mensenrechten heeft geschonden bij het verzamelen van data.
Door Gracièla van Duinkerken
De rechtszaak werd gestart door meerdere partijen, waaronder de burgerrechtenactivisten van Big Brother Watch. De zaak werd aangespannen na onthullingen van Edward Snowden in 2013 over de verregaande spionageprogramma’s van verschillende overheden, waaronder de Britse. In 2018 was er al eerder een uitspraak van het Hof over deze kwestie, maar de aanklagers vroegen het Hof er nogmaals naar te kijken. Daarom heeft de Grote Kamer van het Hof deze nieuwe uitspraak gedaan.
Het Hof oordeelde dat landen wel massaal data mogen verzamelen van hun burgers, maar dat zij dat moeten doen onder zeer strikte voorwaarden en waarborgen. De Britse aanpak zou in strijd zijn met de vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy.
De rechters uitten kritiek op het gebrek aan onafhankelijk toezicht, het ontbreken van een goede onderbouwing bij aanvragen voor bulkverzameling zelf en het gebrek van interne goedkeuring rond zoektermen die individuen zouden kunnen identificeren. Zo was er bijvoorbeeld geen onafhankelijke autoriteit om data-aanvragen te beoordelen. Ook werd niet afdoende gekeken hoe proportioneel een aanvraag om informatie af te tappen precies was. Op deze manier was bijvoorbeeld de geheimhouding van vertrouwelijke journalistieke informatie niet goed gewaarborgd. Daarmee kwam de persvrijheid in gevaar. Het Verenigd Koninkrijk moet het programma beter wettelijk regelen en met meer waarborgen en controle, concludeert het Hof.