De Eerste Kamer heeft dinsdag met een ruime meerderheid ingestemd met het aannemen van de tijdelijke coronawet. Tweederde van de senatoren stemde voor de wet.
De wet is bedoeld om een wettelijke grondslag te bieden aan het huidige coronabeleid van het kabinet. Veel coronamaatregelen, zoals het houden van afstand en het bepalen van de maximale grootte van groepen, worden nu geregeld door de veiligheidsregio’s middels noodverordeningen.
Het aannemen van de wet betekent dat bijvoorbeeld een eventuele mondkapjesplicht nu een wettelijke basis heeft. Ook staat in de wet dat de coronaboete 95 euro bedraagt. Eerder was dat nog 390 euro.
Wil je weten of de coronawet een geschikt scriptieonderwerp is? Volg dan – geheel coronaproof – onze online scriptiecursus!
‘Spoed geboden’
Overigens ging de wet niet zonder slag of stoot door de Kamers. Een eerdere versie leverde een storm van kritiek op, zowel vanuit de politiek als van rechtsgeleerden. Nu de wet op belangrijke punten is aangepast (zo mag de Tweede Kamer nu eerst de coronamaatregelen van het kabinet bespreken voordat deze ingaan), was dit voor zowel de Tweede als Eerste Kamer voldoende om met de wet in te stemmen.
Tegenstanders van de wet, waaronder de SP en PVV, noemen de wet buiten proportie. Voorstanders, zoals PvdA en GroenLinks, benadrukken dat in een crisissituatie spoed geboden is, ook al wordt de zeggenschap van de Eerste Kamer over de coronamaatregelen met de wet verder beperkt.
Als het aan minister De Jonge van Volksgezondheid ligt, treedt de tijdelijke coronawet op 1 december in werking. De wet geldt in principe voor drie maanden, maar kan worden verlengd.