Een Haarlemse ondernemer heeft onlangs voor het eerst een succesvol beroep gedaan op de nieuwe wetswijziging van de Faillissementswet. Door deze wetswijziging moet voorkomen worden dat (deels) levensvatbare bedrijven failliet worden verklaard. Mogelijk zullen er meer bedrijven op deze wijze proberen een betalingsregeling te treffen.
Door Jessie van Meerkerk
De betreffende ondernemer was werkzaam in de evenementenbranche, maar zag zijn schulden oplopen wegens de huidige coronacrisis. Voor de crisis was het echter een zeer winstgevend bedrijf. Na een reorganisatie en het opzeggen van de huurovereenkomst van het bedrijfspand lukte het de ondernemer maar niet om zijn schulden te betalen. De meeste schuldeisers wilden akkoord gaan met een kortingsregeling, maar niet allemaal. Het bedrijf heeft daarom de rechtbank verzocht het akkoord goed te keuren om zo de weigerende schuldeisers te dwingen mee te werken aan het akkoord.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen redenen waren om het verzoek van het bedrijf af te wijzen. Er was immers aan alle vereisten voldaan. Het verweer van een schuldeiser dat hij slechter af zou zijn op basis van het akkoord dan in het geval van faillissement van de onderneming heeft de rechter van tafel geveegd. De goedkeuring van het akkoord is een “baanbrekende uitspraak”, aldus de advocaat van de onderneming. Het bedrijf zou zonder wetswijziging waarschijnlijk failliet zijn gegaan.
Wetswijziging Faillissementswet
Op 1 januari van dit jaar is de nieuwe Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) ingegaan. De WHOA is bedoeld voor bedrijven die failliet dreigen te gaan wegens hoge schulden, terwijl ze nog wel bedrijfsactiviteiten hebben die levensvatbaar zijn. De ondernemer kan middels een door de rechter gehomologeerd akkoord een betalingsregeling afdwingen. Vóór de inwerkingtreding van deze wet gold dat er alleen een akkoord kon worden bereikt op een kortingsregeling indien alle schuldeisers daarmee instemden. Zodra één schuldeiser hier niet mee akkoord wilde gaan kon de kortingsregeling volledig worden gedwarsboomd. Er zouden dan – zeker gezien de huidige pandemie – veel faillissementen dreigen.
Om middels de WHOA tot een akkoord te komen dient de verlieslijdende onderneming wel een aantal stappen te ondernemen. Zo zal de ondernemer eerst in overleg moeten treden met zijn schuldeisers om afspraken te maken en deze neer te leggen in een conceptakkoord. In dit akkoord moet de ondernemer zijn schuldeisers indelen in klassen om vervolgens per klasse middels onderhandelingen te bepalen welke regeling wordt getroffen. Over dit akkoord van een schuldenregeling moet worden gestemd door de schuldeisers. Vervolgens moet het akkoord worden bevestigd door de rechtbank (homologatie), waardoor er een zogeheten ‘dwangakkoord’ bestaat dat een wettelijke verplichting vormt. Schuldeisers die niet hebben ingestemd met het akkoord moeten dan ook genoegen nemen met een gedeeltelijke betaling van hun vordering.